Meerwaarde (Marx): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FNAS (overleg | bijdragen)
→‎Absolute en relatieve meerwaarde: Uitleg van productiviteit, en hoe deze gemeten wordt in het hier geschetste theoretische kader.
FNAS (overleg | bijdragen)
→‎Overzicht: Uitbreiding.
Regel 3:
 
== Overzicht ==
Een [[Kapitalisme|kapitalistische]] onderneming zet in het productieproces een kapitaal ''C'' in dat bestaat uit constant kapitaal ''c'' en variabel kapitaal ''v''; ''C = c + v''. Constant kapitaal ''c'' bestaat uit de kosten van grondstoffen, de [[afschrijving]] op gebruikte gereedschappen en dergelijke. Het variabele kapitaal ''v'' bestaat uit de kosten van arbeidskracht, uitgedrukt in loon.<ref>De termen ''constant'' en ''variabel'' kapitaal duiden aan dat de waarde in het constante kapitaal een-op-een overgebracht wordt op het product, terwijl het variabele kapitaal de meerwaarde schept.</ref> Aan het eind van een succesvol productieproces heeft de onderneming een groter kapitaal ''C' = c + v + m'', waarbij ''m'' de meerwaarde is.<ref name=":0">{{Citeer boek | achternaam = Marx | voornaam = K. | auteurlink = Karl Marx | medeauteurs = | datum = 1969 | titel = [[Het Kapitaal|Das Kapital: Kritik der Politischen Ökonomie, Erster Band]] | uitgever = Dietz Verlag | plaats = | ISBN = | NUR = | bezochtdatum = | bladzijdes = p. 226 e.v. | taal = | URL = | URLdatum = }}</ref> De meerwaarde kan dan op de [[Markt (economie)|markt]] gerealiseerd worden als [[Winst (onderneming)|winst]] of door de firma zelf gebruikt worden, als bijvoorbeeld een machine voor eigen gebruik wordt gefabriceerd of gerepareerd. In beide gevallen valt de [[eigendom]] van de meerwaarde toe aan de investeerder.
 
[[Karl Marx|Marx]] gaat in het eerste deel van ''[[Het Kapitaal|Das Kapital]]'' uit van een [[perfecte markt]] in [[Marktevenwicht|evenwicht]].<ref name=":1">{{Citeer boek | achternaam = Harvey | voornaam = D.W. | auteurlink = David Harvey | medeauteurs = | datum = 2010 | titel = A Companion to Marx's Capital | uitgever = Verso | plaats = | ISBN = | NUR = | bezochtdatum = | bladzijdes = pp. 61, 164-165 | taal = | URL = | URLdatum = }}</ref> In die situatie stelt hij de waarde van arbeidskracht ''v'' gelijk aan de waarde van de goederen die de arbeider nodig heeft om dezijn arbeidskracht te reproduceren: de kosten van levensonderhoud, met inachtneming van de algemeen geldende [[levensstandaard]]. Hierin zijn levensonderhoud en onderwijskosten voor de kinderen meegenomen, aangezien de arbeidskracht ook in de volgende generatie gereproduceerd moet worden.
 
Aangezien volgens Marx [[Arbeidswaardetheorie|alleen arbeid waarde schept]], volgt dat de meerwaarde ''m'' uit de productiefactor arbeidskrachtarbeid moet voortkomen; het constante kapitaal ''c'' wordt beschouwd als waarde voortgebracht door eerder geleverde arbeid. Als ingezette arbeidskracht gemeten wordt alsin termen van de tijd die besteed wordt aan de productie, komt de meerwaarde ''m'' voort uit extra arbeidstijd, boven wat nodig is om de arbeider een acceptabel bestaan te geven. De meerwaarde wordt echter toegeëigend door de kapitalist. De mate waarin de toe-eigening plaatsvindt is de meerwaardevoet ''m/v'', ook wel de uitbuitingsgraad genoemd. Bij een meerwaardevoet van 100% werkt de arbeider de helft van de dag voor zichzelf, de andere helft voor de kapitalist.<ref name=":0" />
 
== Absolute en relatieve meerwaarde ==