Zorgtoeslag: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Indien de normpremie voor een verzekerde minder bedraagt dan de standaardpremie heeft de verzekerde aanspraak op een zorgtoeslag ter grootte van dat verschil. De normpremie is 2,93% van het drempelinkomen, vermeerderd met 5,435% van het toetsingsinkomen voor zover dat boven het drempelinkomen uitgaat (2012). Het drempelinkomen is ruwweg het minimumloon. Als het inkomen lager is of nihil (bijvoorbeeld als voor een werkloze de WW-duur verstreken is en hij meer vermogen heeft dan vrijgelaten is in de bijstand) dan hangt de hoogte van de zorgtoeslag verder niet van dat inkomen af.
 
Het ''Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag'' bepaalt voor elk van de jaren 2012tot t/men met 2040 wat het normpercentage is dat verzekerden over het wettelijk minimumloon zelf dienen te betalen en wat het normpercentage is dat verzekerden over het overig inkomen moeten betalen. Deze percentages worden elk jaar hoger.
 
De [[Belastingdienst (Nederland)|Belastingdienst]]/Toeslagen zorgt voor de uitbetaling van de zorgtoeslag. Bijkomend gevolg van dat de Belastingdienst de zorgtoeslag regelt is dat de zorgverzekeraars hierdoor geen inzage hoeven te hebben in het inkomen van de zorgverzekerden wat mogelijk als onwenselijk beschouwd kan worden. Recht op zorgtoeslag hebben alleen mensen met een niet te hoog toetsinginkomen: voor een alleenstaande in 2014 maximaal € 28.482, voor iemand met een [[toeslagpartner]] is het maximale gezamenlijke toetsingsinkomen € 37.145, fors lager dan in 2013.<ref>www.toeslagen.nl/2014</ref>