Onteigening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Onteigening''' houdt in dat eigendom, meestal [[onroerend goed]], verplicht wordt verkocht aan de [[overheid]].
 
Onteigening moet worden onderscheiden van [[confiscatie]] of [[Beslagrecht|beslag]]. Bij confiscatie ontvangt de eigenaar geen vergoeding. Confiscatie wordt toegepast op goederen waarmee een [[misdrijf]] is begaan.
 
Het principe van de onteigening is al erg oud. Koning [[Erišum I]] van Assur paste het zo'n kleine vierduizend jaar geleden al toe.
Regel 12:
 
Grond kan worden onteigend in verschillende situaties. De meest voorkomende zijn:
* voor de aanleg van [[Verkeersinfrastructuur|infrastructurele]] werken als [[weg|wegen]]en, [[Brug_Brug (bouwwerk)|bruggen]], [[spoorweg|spoorwegen]]en en [[Vaarweg|waterwegenvaarweg]]en
* voor ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. Daarmee worden nieuwe [[woning|woningen]]en, [[kantoor|kantoren]] en openbare voorzieningen bedoeld.
 
Als wordt besloten tot onteigening moet de voormalige eigenaar een goede [[schadeloosstellingschadevergoeding]] ontvangen. De eigenaar mag door onteigening niet achteruitgaan in [[inkomen]] of vermogenspositie. De juiste hoogte van deze vergoeding is niet altijd gemakkelijk vast te stellen, omdat het niet eenduidig in cijfers is uit te drukken hoeveel schade iemand lijdt, of hoeveel de overgenomen gronden waard zijn. De overheid moet op zijn minst een [[Bestemmingsplan (Nederland)|bestemmingsplan]] voor het beoogde gebied of een concreet bouwplan klaar hebben.
 
Als een eigenaar het niet eens is met de onteigeningsplannen zal de [[gemeente (bestuur)|gemeente]] (of andere overheid) eerst proberen met de eigenaar tot een oplossing te komen in de vorm van een [[schadevergoeding]] voor de grond en de kosten. Lukt dat niet, dan start de gemeente de onteigeningsprocedure. Die bestaat uit een administratieve procedure en een gerechtelijke procedure. Gedurende de administratieve procedure verzoekt de gemeenteraad aan de [[De Kroon (regering)|Kroon]] het besluit tot onteigening te nemen. Gedurende de terinzagelegging van het ontwerp-Koninklijk Besluit, kunnen belanghebbenden zienswijzen bij de Kroon kenbaar maken. Uiterlijk na 6 maanden na de terinzagelegging volgt het [[Koninklijk Besluit]] tot onteigening.
Na de administratieve procedure volgt de gerechtelijke procedure bij de [[rechtbank]]. Als de [[rechter]] op verzoek van de gemeente een onteigeningsvonnis uitspreekt, bekrachtigt hij in feite alleen de administratieve onteigeningsbeslissing en wordt de grond daadwerkelijk onteigend. De rechter stelt dan de vergoeding vast die de gemeente aan de eigenaar moet betalen. Tegen het vonnis van de rechter is in Nederland [[cassatie (recht)|cassatie]] mogelijk bij de [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge Raad]].