Fluorescentielamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MoiraMoira (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 84.196.0.101 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Tulp8
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Misbruikfilter: Leeghalen
Regel 1:
[[Bestand:Leuchtstofflampen-chtaube050409.jpg|thumb|Dubbele U-lamp, U-lamp, T5 HE lamp en T8 lamp]]
Een '''fluorescentielamp''' is een [[lamp]] die licht geeft door het oplichten van een fluorescerende laag onder invloed van [[ultraviolet]]te stralen die opgewekt worden door [[gasontlading]] in de lamp. De bekendste voorbeelden zijn de tl ([[Frans]]: ''tube luminescent'', "lichtgevende buis") (in de volksmond aangeduid als '''tl-buis''' of '''tl-lamp''') en de zogenoemde [[spaarlamp]]en. De [[lichtopbrengst]] in [[lumen (natuurkunde)|lumen]] per [[watt (eenheid)|watt]] is 5 à 6 keer zo hoog als bij een [[gloeilamp]].
 
== Principe ==
Een buis is aan de binnenzijde bedekt met een [[fluorescentie|fluorescerende]] stof en gevuld met een van de [[edelgas]]sen [[argon]] of [[Krypton (element)|krypton]] (of een mengsel hiervan) en [[kwik]]damp onder lage druk. Tussen twee [[elektrode]]n aan weerszijden van de buis vindt een [[gasontlading]] plaats, waardoor de kwikdamp [[ultraviolet]] [[licht]] gaat uitzenden. In de fluorescerende laag wordt de ultraviolette straling omgezet in zichtbaar licht.
 
==Geschiedenis==
De fluorescentielamp is in zijn huidige buisvorm in [[1935]] gedemonstreerd voor de Illuminating Engineering Society in [[Cincinnati]] (VS) door [[General Electric]] en op de [[wereldtentoonstelling van 1937]] in Parijs door [[Osram (lampen)|Osram]]. De toegepaste techniek bouwde voort op gasontladingslampen, zoals geconstrueerd door [[Heinrich Geissler]] in [[1856]], die een blauwachtige gloed in een met gas gevulde buis opwekte, aangestuurd door een inductiespoel. [[Nikola Tesla]] demonstreerde fluorescentielampen op de [[wereldtentoonstelling van 1893]] in [[Chicago]]. In [[1901]] demonstreerde [[Peter Cooper Hewitt]] een kwikdamplamp, die licht van een blauwgroene kleur uitstraalde. De lamp had een buisvorm en Cooper Hewitt gebruikte reeds fluorescentiematerialen, zoals [[Rhodamine B]]. Deze lampen werden gebruikt bij fotografie, omdat ze een hoger rendement hadden dan de toenmalige gloeilampen.
 
In [[1926]] stelden [[Edmund Germer]] en zijn collega’s bij Osram de fluorescentielamp in zijn huidige vorm voor, met gloei-elektroden en een buis gecoat met fluorescentiepoeder. Een verdere bijdrage leverden [[M. Pirani]] en [[A. Rüttenauer]] bij Osram in [[1932]], door efficiënte emittermaterialen voor de elektroden te ontwikkelen, die gemakkelijk elektronen uit de elektroden in het gas laten ontsnappen, en betere fluorescentiepoeders. In de jaren 1936 tot 1938 maakten de vooraanstaande lampfabrikanten verbeterde fosfors waardoor het rendement werd opgevoerd, en door toepassing van de zogenaamde driebandfosfors werd de kleurweergave verbeterd (hoge [[kleurweergave-index|CRI]]). Tegenwoordig is 110 [[Lumen (natuurkunde)|lumen]] per [[watt (eenheid)|watt]] haalbaar. Verder maakten de nieuw ontwikkelde fosfors compactere lampen mogelijk (buisdiameter 26 mm en kleiner).