Nadab en Abihu: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
fx
k fx
Regel 6:
In het Bijbelboek [[Leviticus]] 1:1 tot 7:38 worden de offers die moeten worden gebracht gedetailleerd omschreven. Het boek gaat verder met het verhaal van de zalving van Aäron en zijn zonen (Leviticus 8 en 9) en vervolgens wordt in twee verzen verhaald hoe zij een fout begingen die in de ogen van God onvergeeflijk was (Leviticus 10:1-2). Ze staken namelijk in hun wierookvaten zelf vuur aan en deden er reukwerk op, tegen de voorschriften van God in. Ze worden ogenblikkelijk gedood door een vuur uit de hemel. De Bijbel laat in het midden of de broers bewust die fout begingen of niet.
 
De twee jongere zonen van Aäron , [[Eleazar (zoon van Aäron)|Eleazar]] en [[Itamar|Ithamar]] worden vervolgens, ter vervanging van hun broers, als priester aangesteld. Daarbij legt Mozes aan Aäron en zijn zoons het verbod op om over Nadab en Abihu te rouwen. Het volk mocht daarentegen wel de broers bewenen.
 
{{Appendix||2=