Allersmaborg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
De '''Allersmaborg''' is een [[borg (opstal)|borg]] in het gehucht [[Allersma]] tussen [[Ezinge]] en [[Aduarderzijl]] (Allersmaweg 64) in de [[Nederland|Nederlandse]] provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]]. De Allersmaborg stamt uit de middeleeuwen en ligt binnen een ruime [[gracht]] met [[ophaalbrug]] en wordt omringd door een [[Engelse tuin]] en [[Houtwal|houtsingels]]. Rond het borgterrein ligt een landgoed van ongeveer 2 hectare met onder andere een [[boomgaard]] met oude Groningse fruitrassen, waaronder [[Groninger Kroon]] en [[Zigeunerin]].
 
Het huis is in gebruik als congrescentrum van de [[Rijksuniversiteit Groningen]] en kan op afspraak worden bezichtigd. Ook vormt het een trouwlocatie. Het landgoed rond de borg is opengesteld voor wandelaars. Er groeien in het voorjaar verschillende [[Stinsenplant|stinsenplanten]]. De ingang naar het borgterrein is voorzien van een in toegangshek dat in 1989 werd geplaatst. Het oude hek werd toen bij de [[kerk van Ezinge]] geplaatst.
 
Bij de borg behoorden vroeger drie boerderijen, die tot de verkoop van de borg in 1899 werden verhuurd aan meiers. Deze boerderijen bevinden zich aan noordwestzijde (bij de Reitdiepdijk), zuidwestzijde en zuidoostzijde van de borg en zijn sindsdien in particuliere handen. De Allersmaheerd aan de Allersmaweg 54 (een rijksmonument uit 1938) heeft echter geen directe relatie met de borg. Bij de borg behoorde vroeger ook een zomerhuisje op de Reitdiepdijk (<small>{{coor dms|53|19|14.99|N|6|26|58.51|E|scale:500}}</small>), dat ergens tussen 1899 en 1901 is afgebroken.<ref>Dit is mogelijk het gebouwtje dat op een voorstudie van de kaart van [[Theodorus Beckeringh]] wordt aangeduid als 'spookhuisje'.Bron: Hillenga, M., R. Reinders & A. van der Woud [red.] (2016), ''De atlas van Beckeringh. Het Groninger landschap in de 18e eeuw''. pp. 116-117, 372 (noot 73)</ref>
Regel 46:
 
=== Families Busch, De Marees en Van Swinderen ===
[[Bestand:A. Schouman - Het Huys te Allersma.jpg|thumb|375px|Het Huys te Allersma (aquarel van [[Aart Schouman]], 1772). Linksvoor het in de 19e eeuw afgebroken schathuis. Rechtsvoor de duiventil met haar 18e eeuwse aanzicht. Voor de borg de kastanjeboom, die pas in 1979 werd gekapt.]]
 
Duirt had geen testament opgemaakt. Na zijn dood van Duirt werden Allersma en bijbehorende heerlijke rechten in 1583 daarom door de erfgenamen overgedragen aan Reneke Busch. Deze was een achterkleinzoon van hugenoot Hubert du Bois, die na de [[Bartholomeusnacht]] in 1572 vanuit [[Nancy]] naar de Nederlanden was gevlucht. Zijn grootvader was door zijn huwelijk met Cornelisje Elema (de zus van Sirp) aangetrouwde familie. Busch was raadsheer in Groningen en tussen 1686 en zijn dood in 1710 ook diverse malen [[lijst van burgemeesters van Groningen|burgemeester van Groningen]]. Hij liet begin 18e eeuw een nieuw voorhuis bouwen voor de borg. In het huis werd toen ook een luidklokje voor het personeel geplaatst dat in de Tweede Wereldoorlog voor de Duitsers werd verstopt in de tuin en vervolgens pas in 1965 weer gebarsten werd teruggevonden bij tuinwerkzaamheden.
Regel 80:
Het kunstenaarsechtpaar maakte van de borg een [[kunstenaarskolonie]], een ontmoetings- en expositiecentrum van voor onder andere bevriende kunstenaars als [[Edu Waskowsky]], [[Gjalt Blaauw|Gjalt Blaauw,]] [[Henri de Wolf (kunstschilder)|Henri de Wolf]], [[Karl Pelgrom]], [[Matthijs Röling]] en fotograaf [[Sanne Sannes]].<ref name=":1">{{Citeer web|url=http://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=NVHN-19990730-AE0023006|titel=Echo's van een bijna vergeten tijdperk|auteur=Linda Schregardus|datum=30 juli 1999|werk=Nieuwsblad van het Noorden|paginas=p. 23}}</ref><ref>{{Citeer web|url=https://www.groningerarchieven.nl/historie/stadsverhalen/kunst-en-cultuur/martin-tissing|titel=Martin Tissing: Bij de 70-ste verjaardag van een Groninger kunstenaar|auteur=Beno Hofman|werk=Groninger Archieven}}</ref> Vriezen had verder veel contacten met Poolse kunstenaars, die soms ook op de borg kwamen om er te werken. Ook liepen schrijver [[Belcampo]] en dichteres [[Fritzi Harmsen van Beek]] er rond en kwam kunsthistoricus [[Henk van Os]] er wel eens toen hij nog woonde op de [[Piloersemaborg]]. In de zomer werden er kunsttentoonstellingen gehouden. Sannes schoot onder andere samen met [[Remco Campert]] (als regisseur) en [[Gerrit Jan Wolffensperger]] (als hoofdrolspeler) opnamen voor zijn film ''Sanne Lucia of Santa Lucia'' (''Dirty girl'') op en rond de borg, die de VPRO in eerste instantie weigerde uit te zenden vanwege het 'verregaande erotische en sadistische karakter', zoals de filmkeuring het noemde.<ref>{{Citeer web|url=https://www.groningerarchieven.nl/historie/stadsverhalen/kunst-en-cultuur/sanne-sannes|titel=Sanne Sannes had op filmfestival niet misstaan|auteur=Beno Hofman|werk=Groninger Archieven}}</ref> Boeren uit de omgeving zagen tijdens de opnames naakte vrouwen op het landgoed lopen, hetgeen er bijna toe leidde dat de gemeente Ezinge Vriezen uit het pand liet zetten.<ref>{{Citeer web|url=https://www.groningerarchieven.nl/zoeken/mais/archief/?mivast=5&mizig=317&miadt=5&miaet=14&micode=2483&minr=6976132|titel=Annie Vriezen, ruwe opnamen: interview. Lokatie: Borg Ewsum, Middelstum|auteur=Buddy Hermans (interviewer)|datum=2007|uitgever=Stichting Beeldlijn}}</ref>
 
De gemeente Ezinge had te weinig geld voor het onderhoud, waardoor de borg steeds verder verviel. Tevergeefs probeerde zij de borg te verkopen op voorwaarde dat deze bewoond zou worden en het terrein een openbare functie zou krijgen. Uiteindelijk droeg de gemeente in 1970 de borg en het omringende landgoed daarom voor een symbolisch bedrag van 1 gulden over aan [[Staatsbosbeheer]]. Tissing en Vriezen gingen in 1973 uit elkaar, waarop Tissing de borg verliet. Vriezen had vervolgens een relatie met Blaauw tussen 1973 en 1983, maar bleef daarna alleen wonen op de borg omdat de meesten het er toch te eenzaam vonden.<ref name=":2" /> In 1977 schreef [[Els Pelgrom]] op de borg haar boek ''De kinderen van het Achtste Woud''.
 
[[Bestand:Allersmaborg - boomgaard.jpg|thumb|300px|Toegang tot de door Staatbosbeheer herstelde boomgaard]]
 
De gemeente Ezinge had te weinig geld voor het onderhoud, waardoor de borg steeds verder verviel. In 1972 liet zij de duiventil slopen en vervangen door een exacte replica. Tevergeefs probeerde zij de borg in 1974 te verkopen op voorwaarde dat deze bewoond zou worden en het terrein een openbare functie zou krijgen. Uiteindelijk droeg de gemeente na onderhandelingen in 1976 de borg en het omringende landgoed daarom voor een symbolisch bedrag van 1 gulden over aan [[Staatsbosbeheer]]. De borg, die het Rijk van minder waarde achte, werd door Staatsbosbeheer in erfpacht gegeven aan de provincie Groningen. Zij werd hiermee verantwoordelijk voor de kosten van het onderhoud.<ref>{{Citeer web|url=http://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=NVHN-19760825-AE0007001|titel=Provincie redt Allersmaborg|datum=25 augustus 1976|werk=Nieuwsblad van het Noorden|paginas=p. 7}}</ref> De provincie gaf de borg in beheer bij de [[Stichting Groninger Borgen]], die de borg weer doorverhuurde aan Annie Vriezen.

Op initiatief van Vriezen werd de borg tussen 1976 en 1977 gerestaureerd onder leiding van architect [[Pieter Lauwrens de Vrieze]]<ref>{{Citeer web|url=http://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=NVHN-20020302-AE0010001|titel=Borgenstichting alweer 25 jaar jong|auteur=Harry Wubs|datum=2 maart 2002|werk=Nieuwsblad van het Noorden|paginas=p. 10}}</ref> en amateur-historicus [[Gerrit Overdiep]], waarbij deze werd teruggebracht in 19e-eeuwse staat. De kosten bedroegen ruim een miljoen gulden, waarvan 50% werd betaald door het Rijk, 30% door de gemeente Ezinge en 20% door de provincie Groningen.<ref>{{Citeer web|url=http://cultuurtijdschriften.nl/download?type=document&docid=457183|titel=„Allersmaborg“ gerestaureerd|bezochtdatum=27 augustus 2016|auteur=Toos Bartelds|datum=1978|werk=Heemschut : tijdschrift van de bond Heemschut|uitgever=Bond Heemschut|paginas=pp. 70-71}}</ref> De duiventil werd gesloopt en vervangen door een exacte replica. Staatsbosbeheer plantte de aanpalende boomgaard vol met oude fruitrassen, en onderhield de Engelse tuin. en gaf de borg in erfpacht aan de provincie Groningen, die het in beheer gaf bij de [[Stichting Groninger Borgen]], die de borg weer doorverhuurde aan Annie Vriezen. Zij had wel alles uit de kast moeten trekken om de borg als expositieruimte te behouden. Er waren namelijk plannen om de borg in te richten als dependance van het [[Nationaal Rijtuigmuseum]] in Nienoord.<ref name=":3">{{Citeer web|url=http://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=NVHN-19870515-AE0023001|titel=Tien jaar 'Allersmaborg' met beeldenpresentatie|auteur=Friggo Visser|datum=15 mei 1987|werk=Nieuwsblad van het Noorden|paginas=p. 23}}</ref> Ter gelegenheid van de voltooiing van de restauratie hield Vriezen in 1978 een tentoonstelling in het koetshuis waaraan naast Tissing, Vriezen, Blaauw, Sannes en Waskowsky ook [[Jan de Boer]], [[Magdalena Abakanowicz]] en [[Henk Keimpema]] deelnamen. Het succes van deze expositie leidde ertoe dat het koetshuis definitief als expositieruimte in gebruik genomen werd en wel voor jonge kunstenaars, die hier hun eerste werk konden tonen.<ref name=":3" /> Zo exposeerden onder andere de kunstenaars [[Gerlof Hamersma]], [[Els Otten]] en [[Marie-Louise Schmier]] op de beeldenexpositie "Tien seizoenen kunst op de borg", exposeerde [[Fie Werkman]] er in 1980, 1986 en 1997<ref name=":2">{{Citeer web|url=http://www.dekrantvantoen.nl/vw/article.do?v2=true&id=NVHN-19970405-AE0015004|titel=Twintig jaar goede en slechte tijden op de Allersmaborg|auteur=Welmoed van der Goot|datum=5 april 1997|werk=Nieuwsblad van het Noorden|paginas=p. 15}}</ref> en nam in 1983 [[Jonne Severijn]] op de borg de film ''Dodenakker'' op.<ref name=":1" /> Vanaf 1983 werd Vriezen in haar werk bijgestaan door de Stichting Expositiecentrum Allersmaborg.
 
Voor het huis stond vroeger een kastanjeboom van ongeveer 250 jaar oud, een ongewoon hoge leeftijd voor een dergelijke soort. De boom werd beschadigd bij de [[Storm van 13 november 1972|storm van 1972]], maar bleef toen staan. Bij de [[winter van 1978-1979]] liep de boom zoveel schade op, dat nog tijdens een volgende storm dat jaar [[Boomchirurgie|boomchirurgen]] de boom omhaalden.