Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
FedasilSara (overleg | bijdragen)
FedasilSara (overleg | bijdragen)
Regel 19:
Voor 1986 was er in België geen structurele opvang voor asielzoekers. De federale overheid stelde de OCMW’s hiervoor verantwoordelijk en betaalde de hulpverlening. In 1986 kende België een forse groei in het aantal asielaanvragen, onder meer door de conflicten in Oost-Europa, Irak en Iran, Ethiopië en Eritrea, die grote vluchtelingenstromen veroorzaakten. De federale overheid besliste daarom om collectieve opvangplaatsen in te richten. Als eerste opende in november 1986 het Klein Kasteeltje, een voormalige militaire kazerne in Brussel.
 
Eind 1992 kon het Klein Kasteeltje de instroom van vluchtelingen niet meer aan. In 1993 kwamen er in totaal bijna 27.000 asielzoekers aan in België. Hierdoor besliste de federale overheid om meerdere centra over heel België te openen. Door de jaren heen heeft Fedasil zijn opvangcapaciteit dan wel moeten afbouwen of vergroten, afhankelijk van het aantal asielzoekers op Belgisch grondgebied. In de jaren 1999 en 2000 kende België bijvoorbeeld een grote stijging in het aantal asielaanvragen. Het jaar 2000, waarin de eenmalige regularisatiecampagne plaatsvond, brak met 42.691 aanvragen alle records. Er werden nieuwe opvangcentra geopend, waaronder onder meer het centrum van Kapellen.
 
De voorbije jaren daalde het aantal asielaanvragen in België echter, om vanaf 2014 opnieuw te stijgen. Reden daarvoor lag vooral bij de conflicten in Afghanistan, Irak en de burgeroorlog in Syrië. In 2015 moest Fedasil op enkele maanden tijd het aantal opvangplaatsen verdubbelen. Dat gebeurde samen met een heel aantal bestaande partners: Rode Kruis, Croix -Rouge, Caritas, Samu Social, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Ciré vzw en anderen.
 
Begin 2016 daalden het aantal aanvragen voor asiel weer, wat ertoe leidde dat een aantal tijdelijke centra weer de deuren sloten. Bovenop de structurele plaatsen zal Fedasil ca. 7.500 bufferplaatsen voorzien voor de opvang van asielzoekers.
 
== Schaal ==