Nikolaj Rubinstein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
mooiere afbeelding
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Rubinstein leerde het pianospel eerst van zijn moeder, en later van Alexander Villoing, net zoals zijn broer. In het decennium na [[1840]] werden Nikolaj en Anton naar Berlijn gebracht door hun moeder, om te studeren onder Siegfried Dehn; ze trokken de aandacht van [[Felix Mendelssohn|Mendelssohn]] en [[Giacomo Meyerbeer|Meyerbeer]]. Nikolaj (met Prins Nikolai Petrovitch Troubetzkoy) was verantwoordelijk voor de oprichting van het [[conservatorium van Moskou]] op [[1 september]] [[1866]], waarvan hij de eerste directeur was. Hij werd in het algemeen beschouwd als een van de grootste pianisten van zijn tijd, hoewel zijn reputatie overschaduwd werd door die van zijn broer. Niettegenstaande dat gegeven was zijn stijl op de piano zeer verschillend van die van zijn broer. Nikolaj koos voor een terughoudend classicisme dat meer in de lijn lag van [[Clara Schumann]] dan van [[Franz Liszt]].
 
Tijdens zijn positie in Moskou overtuigde hij [[Pjotr Iljitsj Tsjaikovski|Tsjaikovski]] er van zijn 1e pianoconcert te schrijven. Volgens Tsjaikovski's brieven was Rubinstein was niet onder de indruk van het werk, en wilde hij het alleen uitvoeren als het herschreven werd, iets wat Tsjaikovski weigerde, zodat de première door pianist [[Hans von Bülow (1830-1894)|Hans von Bülow]] werd uitgevoerd. Niettemin schreef Tsjaikovski het ''Piano Trio in a mineur'' ter ere van Rubinstein nadat deze in 1881 in Parijs overleed.
 
Nikolaj Rubinstein was zelf ook componist van enige betekenis. Onder zijn meest populaire werk is zijn ''[[Tarantella (dans)|Tarantella]]'' in g mineur en zijn ''Fantasia'' over een thema van [[Robert Schumann|Schumann]], beide voor piano.
 
== Referenties ==