Luchtgeweer: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 30:
 
== Het projectiel ==
De energie die door middel van luchtdruk kan worden overgebracht op het [[projectiel]], is bij luchtdrukwapens veel kleiner dan bij vuurwapens. Daarom moet het projectiel (het kogeltje of "pellet") relatief licht zijn. Het meest gebruikte projectiel is een kogeltje in de vorm van een [[diabolo (voorwerp)|diabolo]]. De achterkant van het kogeltje is hol, zodat de luchtdruk de rand van het kogeltje goed in de trekken en velden duwt. De holle achterkant van de pellet is lichter endan zorgtde voorvolle voorkant, waardoor de noodzakelijke "drag" tijdens de vlucht onstaat die de stabiliteit tijdensvan dehet vluchttraject helpt garanderen, samen met het gyroscopisch effect van de draaiende beweging veroorzaakt door de getrokken loop. Diabolo-kogeltjes worden ook gebruikt voor de wedstrijdsport. Het [[kaliber (wapen)|kaliber]] (diameter) van deze platkopkogeltjes is 4,5 mm. In de olympische discipline is uitsluitend de diabolo in het caliber .177 (4,5 mm) toegestaan in de versie "wadcutter". D.w.z.Dat diabolois pelletseen diabolo met een vlak front die een perfect rond gaatje in de wedstrijdkaart ponsenponst, zodat de uitlezing van de score zonder discussies verloopt. Bij twijfel gebruikt de jury een "caliber" van exact 4.5 mm om de afmeting en de begrenzing van het geslagen gat in de kaart te controleren.
Het kaliber van het kogeltje moet goed zijn afgestemd op de diameter van de loop. Hier kunnen per loop kleine variaties in voorkomen. Daarom zijn er voor de wedstrijdsport diabolo-kogeltjes verkrijgbaar in kalibers die een fractie groter of kleiner zijn dan 4,5 mm.
Luchtbuksen voor recreatief gebruik, of voor de bestrijding van 'ongedierte', kunnen een groter kaliber hebben, tot zelfs 12,5 mm (.50). Doordat de massa van kogeltjes met een groter kaliber groter is, is er meer voorstuwingsenergie nodig om de kogel toch voldoende mondingssnelheid te geven.