Jan Hanlo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Serassot (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 7:
Vanaf 1944 schreef Hanlo gedichten, waarvan met name ''[[Oote]]'' de aandacht trok. Dit klankgedicht (Hanlo sprak zelf van 'kinderbrabbeltaal') verscheen in 1952 in het door het rijk gesubsidieerde tijdschrift ''Roeping''. Het blad Elsevier besteedde daar aandacht aan en het [[Volkspartij voor Vrijheid en Democratie|VVD]]-Eerste-Kamerlid [[W.C. Wendelaar]] stelde vervolgens Eerste-Kamervragen over de subsidie aan het blad "Roeping" dat Hanlo's 'infantiel gebazel' publiceert. Dat leverde de nodige publiciteit op.
 
De rest van Hanlo's [[oeuvre]] is over het algemeen minder avant-gardistisch dan ''Oote''. Schoonheid en (kinderlijke) onschuld zijn terugkerende thema's. Vanaf het einde van de jaren vijftig legde hij zich vooral toe op proza.
 
Hanlo's bescheiden oeuvre werd [[postuum]] uitgebreid met onder meer ''Zonder geluk valt niemand van het dak'', dat handelt over de periode in 1947 toen hij wegens een [[psychose]] was opgenomen in een psychiatrische kliniek. Ook verscheen het brievenboek ''Go to the mosk'', waarin vooral zijn [[pedofiel|pedofiele]] geaardheid aan bod komt. Eind jaren zestig voerde die geaardheid hem naar Marokko, waar men volgens Hanlo wat makkelijker over die dingen dacht. Hij kreeg een relatie met de dertienjarige Mohamed en nam de jongen mee naar Nederland. Mohamed werd echter alweer snel naar Marokko uitgewezen. Twee weken later botste Hanlo met zijn [[motorfiets]] tegen een plotseling van richting veranderende landbouwtractor. Hanlo overleed twee dagen later aan de gevolgen. Zijn lichaam werd begraven op het kerkhof van [[Broekhem]]. Op de grafsteen stond overigens een verkeerde overlijdensdatum. Die is zichtbaar hersteld. Hanlo zouden dat vreselijk vinden: hij had een overdreven aandacht voor typografie.
 
Ongeveer tweederde van Hanlo's omvangrijke correspondentie werd in 1989 in boekvorm uitgegeven. Daaruit blijkt onder andere welke gewetensproblemen zijn seksuele geaardheid hem opleverde. Behalve homoseksueel/pedofiel was Hanlo namelijk gedurende zijn gehele leven belijdend [[katholiek]].
Regel 15:
[[Hans Renders]] publiceerde in 1998 een biografie van Hanlo, waarin hij bij de dichter een [[Peter Pan-syndroom|Peter-Pancomplex]] vaststelt. Ook stelt hij dat Hanlo tijdens zijn opname in 1947 [[castratie|gecastreerd]] zou zijn.
 
In 1997 besloten B&W van Valkenburg een hofje op de plek van het afgebroken poorthuisje, waar Jan Hanlo woonde, naar Jan Hanlo te noemen. Toekomstige bewoners protesteerden. De Jan Hanlohof is er nooit gekomen: de straatnamencommissie van Valkenburg durfde de confrontie niet aan. En toch kwam het er: de dichter [[Wiel Kusters (1947)]] gaf in 2002 een publicatie uit, getiteld: Jan Hanlohof.
 
 
==Bibliografie==