Bisdom Chiemsee: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
link van dp naar juiste pagina, replaced: SalzburgSalzburg met AWB
Regel 6:
Het bisdom Chiemsee werd in 1216 door de aartsbisschop van Salzburg, [[Eberhard van Regensberg]] gesticht. Hij volgde daarbij het voorbeeld van zijn voorgangers, die het [[bisdom Gurk]] als eigenbisdom gadden gesticht. [[Keizer Frederik II]] bestemde in 1213 eerst [[Frauenchiemsee]] en in 1215 [[Herrenchiemsee]] voor het bisdom. Nog in hetzelfde jaar keurde ook paus [[Innocentius III]] het plan van de aartsbisschop goed. Tot kathedraal werd de kerk van het klooster Herrenchiemsee aangewezen. De Augustijner koorheren van het klooster Herrenchiemsee vormden het [[domkapittel]]. Aan het hoofd stond een domproost, die gelijktijdig aartsdiaken van het bisdom was.
De vorming van weer een eigenbisdom werd gelegitimeerd door de geografische uitgestrektheid van het aartsbisdom Salzburg, waarvoor een eigen bisschop ter plaatse gewenst was zonder dat er een nieuw landsbisdom gesticht werd.
De bisschop van Chiemsee gold als leenman van de aartsbisschop van Salzburg en werd door deze benoemd, bevestigd, geconsacreerd en voorzien van de investituur. Hij functioneerde daardoor als de persoonlijke [[wijbisschop]] van de aartsbisschop. De aartsbisschop kon hem ook andere taken opdragen. Hoewel bisschop met een eigen bisdom, resideerde de bisschop vermoedelijk in [[Salzburg (stad)|Salzburg]] waar hij in het begin van de veertiende eeuw de [[Chiemseehof]] bewoonde. Hoewel de bisschoppen in de veertiende eeuw hun bevoegdheden konden vergroten, beleven ze in vergelijking met andere bisschoppen steeds onder de “Hoheit” van de aartsbisschop. De bisschop had dan ook geen zitting in de [[Rijksdag (Heilige Roomse Rijk)|Rijksdag]].
 
Nadat de laatste bisschop [[Sigmund Christoph van Zeil en Trauchburg]] afstand had gedaan van zijn ambt werd het bisdom in 1808 door het koninkrijk Beieren geseculariseerd. Ten gevolge van het concordaat van 1817 ging het gebied over aan de aartsbisdommen München-Freising en Salzburg.