Kerkgenootschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 84.241.171.228 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Bertrand77
DeGilianBot (overleg | bijdragen)
k Robot: verwijzingen naar pagina zelf verwijderd
Regel 4:
In Nederland wordt in artikel 2 van Boek 2 van het [[Burgerlijk Wetboek (Nederland)|Burgerlijk Wetboek]] bepaald dat "kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd", rechtspersoonlijkheid bezitten. In de [[Handelsregisterwet|Handelsregisterwet 2007]] is bepaald dat per 1 juli 2008 dergelijke kerken zich dienen in te schrijven in het handelsregister van ondernemingen en rechtspersonen; dit register wordt bijgehouden door de [[Kamer van Koophandel|Kamers van Koophandel]].
 
Er is sinds de invoering van het Burgerlijk Wetboek in Nederland rond [[1848]] (voortvloeiend uit de [[Frankrijk|Franse]] [[Code Civil]]) een uitdrukkelijke [[scheiding van kerk en staat|scheiding tussen kerk en staat]]. Dit houdt in dat de Nederlandse staat geen enkele zeggenschap heeft over de geloofsbeleving en godsdienstuitoefening binnen alle kerkgenootschappen in Nederland, van welke [[kerkgenootschap|denominatie]] dan ook.
 
Volgens de gangbare uitleg van de Nederlandse wet gelden de [[Nederlandse Hervormde Kerk|Hervormde Kerk]] (tot aan de fusie waarbij deze opging in de [[Protestantse Kerk in Nederland|PKN]]), de [[Protestantse Kerk in Nederland]] en de Rooms-katholieke [[Nederlandse kerkprovincie]] als "kerkgenootschappen", en de plaatselijke [[gemeente (kerk)|gemeente]]n c.q. [[parochie (kerk)|parochies]] als "zelfstandige onderdeel van een kerkgenootschap". Bij de [[Gereformeerde Kerken in Nederland]] (tot aan de fusie waarbij deze opging in de [[Protestantse Kerk in Nederland|PKN]]) en de kleinere [[gereformeerd]]e kerken geldt de ''plaatselijke gemeente'' echter als het kerkgenootschap; de overkoepelende organen (die in het dagelijks taalgebruik wel gewoon als kerkgenootschap worden aangeduid) hebben rechtspersoonlijkheid als "lichaam waarin kerkgenootschappen zich hebben verenigd". Vandaar ook dat de namen van deze gereformeerde kerkgenootschappen in het meervoud zijn gesteld.