Halogeenlamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2A02:1810:2906:ED00:51F8:A9B8:1753:5425 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Richardkiwi
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
De levensduur van de lamp stelt echter een grens aan de temperatuur. Het [[metaal]] van de [[gloeidraad]] verdampt na verloop van tijd, dit resulteert in minder lichtopbrengst tot 10 à 20%. Als er door fluctuaties in de verdamping een dunne plek in de gloeidraad ontstaat neemt de [[stroomdichtheid]] af en de temperatuur ter plaatse toe, wat weer de verdampingssnelheid vergroot op die plaats. Op den duur brandt de gloeidraad door. Dit gebeurt vanzelfsprekend eerder naarmate de temperatuur van de gloeidraad hoger is.
 
Daar komt bij dat de metaaldeeltjes van de verdampende gloeidraad neerslaan op het lampglas. Dit wordt hierdoor donkerder, waardoor de lichtopbrengst minder wordt.
 
In de halogeenlamp worden diverse principes gecombineerd om de levensduur van de gloeidraad te verlengen en de lichtopbrengst te verhogen. In de eerste plaats is de lamp gevuld met een [[chemisch inert|inert gas]] onder hoge druk (> 20 [[Atmosfeer (eenheid)|atmosfeer]]). Dit gaat de verdamping van de gloeidraad tegen. Om zo'n hoge druk te kunnen weerstaan moet de ballon van de lamp echter zeer klein zijn. Dat schept twee problemen: ten eerste wordt het lampglas zeer heet, en ten tweede wordt de lampballon - ondanks de gereduceerde verdamping - toch nog snel zwart. Voor de lampballon wordt dan ook een speciaal hittebestendig kwartsglas gebruikt.