Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Versie 46893701 van Hans Erren (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 1:
Met de term '''zachte ''g''''' wordt verwezen naar een bepaalde uitspraak van de klanken die in de [[Nederlandse spelling]] worden weergegeven met de [[grafeem|grafemen]] '''g''' en '''ch'''. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied worden deze klanken uitgesproken als [[palataal|palatale]] [[fricatief|fricatieven]] (in het [[International Phonetic Alphabet|IPA]] weergegeven als respectievelijk {{IPA|&#669;}} <small>(stemhebbend)</small> en {{IPA|&#231;}} <small>(stemloos)</small>), en niet als de [[velair]]e fricatieven {{IPA|&#611;}} <small>(stemhebbend)</small> en {{IPA|&#120;}} <small>(stemloos)</small>, de zogenoemde [[harde g|harde ''g'']]. De zachte ''g'' kan voor de meeste Nederlanders als gemarkeerd beschouwd worden. In het zuiden van het Nederlandse taalgebied is deze uitspraak algemeen. De zachte g is taalkundig gezien een tamelijk zeldzaam verschijnsel. De stemloze palatale fricatief wordt slechts door 5% van de wereldtalen gebruikt. De stemhebbende variant is nog zeldzamer, die komt slechts voor in 7 van de 317 talen die zijn opgenomen in de originele UCLA Phonological Segment Inventory. In Europa komt deze laatste klank behalve in het Zuid-Nederlands ook in het [[Nieuwgrieks]], en het [[Schots-Gaelisch]] en het Zuid-[[Spaans]] voor.
 
[[Bestand:Places of articulation.svg|{{largethumb}}|Schematische weergave van de mondholte, met het harde (7) en zachte (8) gehemelte en de huig (9)]]