Joan Voûte: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Robot: teruggedraaid naar versie 45754223 door Vysotsky op 2016-01-13T19:15:45Z |
|||
Regel 23:
Joan Voûte werd geboren in Madioen op [[Java (eiland)|Java]], waar zijn vader administrateur was van de cultuurmaatschappij Panggoongsari. De voorouders van Voûte waren [[hugenoten]]. Het geslacht Voûte is opgenomen in [[Nederland's Patriciaat]].<ref>Nederland's Patriciaat 67 (1983: 420-482; 453-454 voor Joan George Erardus Gijsbertus).</ref> Voûte studeerde [[civiele techniek]] in [[Technische Universiteit Delft|Delft]], maar kreeg al tijdens zijn studie belangstelling voor de [[astronomie]], met name voor het bestuderen van [[veranderlijke ster]]ren. Na zijn afstuderen kwam hij in dienst van de [[Leidse Sterrenwacht]] en werkte daar aan de studie van [[dubbelster]]ren. In 1913 kreeg hij een aanstelling bij het [[Cape Observatory]] in [[Kaapstad]]. Hier verrichtte hij [[parallax]]metingen en deed hij opnieuw onderzoek aan dubbelsterren. Hij werd in 1917 lid van de [[Royal Society]]. Zijn voorlopige studie over de parallax van [[Proxima Centauri]] verscheen in 1917. In deze studie toonde Voûte aan dat Proxima Centauri op dezelfde afstand staat als het [[Alpha Centauri (ster)|Alpha Centauri]]-systeem.
In 1919 keerde Voûte terug naar Java. In [[Nederlands-Indië]] stond het astronomisch onderzoek toen nog in zijn kinderschoenen. Door het [[Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut|KNMI]] was in 1866 het Koninklijk Magnetisch en Meteorologisch Observatorium (KMMO) in [[Weltevreden (Batavia)|Weltevreden]] opgericht, waar voornamelijk [[Aardwetenschappen|aardwetenschappelijk]] en [[Seismologie|seismologisch]] onderzoek werd verricht. Regelmatig werden er echter ook onderzoekers naar het KMMO gestuurd om bepaalde verschijnselen aan de sterrenhemel te bestuderen. Ook Voûte had hier een aanstelling gekregen – met de toezegging van directeur [[Willem de Sitter (wetenschapper)|De Sitter]] van de Leidse Sterrenwacht dat hij een telescoop zou krijgen, die in Leiden niet meer gebruikt werd. Toen dit laatste ter ore kwam van de vermogende theeplanter [[Karel Albert Rudolf Bosscha]] zocht deze contact met Voûte om met hem te spreken over de bevordering van de astronomie in Indië.<ref>Zie K. van Berkel, ''In het voetspoor van Stevin: Geschiedenis van de natuurwetenschap in Nederland 1580-1940'', Boom, Meppel/Amsterdam 1985, blz. 216-219 (online: [http://www.dbnl.org/tekst/berk003voet01_01/berk003voet01_01_0008.php DBNL]).</ref> Dit contact leidde in 1920 tot de oprichting van de Nederlandsch-Indische Sterrenkundige Vereeniging. Een van de doelstellingen van de vereniging was de bouw van een permanente sterrenwacht. Bosscha stelde zich daarbij garant voor de financiering van een grote dubbele Zeiss-[[Refractor (telescoop)|refractor]].<ref>Zie de artikelen [http://
Ter bestudering van de zonsverduistering van 21 september 1922 vond er onder leiding van Voûte – die toen nog werkte bij het KMMO in Weltevreden – van eind juli tot begin oktober 1922 een Duits-Nederlandse expeditie plaats naar het zuidelijk van Java gelegen [[Christmaseiland]]. De opnames die men van de zonsverduistering maakte, werden gebruikt om de [[Algemene relativiteitstheorie|relativiteitstheorie]] van [[Albert Einstein]] te toetsen. Vanwege het wetenschappelijke belang van deze expeditie werd aan Voûte in 1923 een [[eredoctoraat]] verleend door de faculteit filosofie van de [[Humboldtuniversiteit|Friedrich-Wilhelms-Universiteit]] in Berlijn.<ref>Zie de artikelen [http://
Tijdens de [[Japanse bezetting van Nederlands-Indië|Japanse bezetting]] van Java werd Voûte gevangengenomen. In deze periode ging zijn gezondheid achteruit. Na de oorlog trok hij naar [[Australië (land)|Australië]] om later in zijn leven naar Den Haag te verhuizen, waar hij in 1963 overleed.
|