Studiekeuze: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Yarrah~nlwiki (overleg | bijdragen)
→‎Externe links en bronnen: Lijkt mij beter om hier een site opgezet door de overheid en met alle opleidingen te vermelden i.p.v. particuliere sites met beperkt aanbod
Label: Misbruikfilter: Kwebbelen
Regel 26:
 
Naarmate men vordert in de schoolloopbaan wordt studiekeuze meer en meer verweven met [[beroep]]skeuze.
 
Jouw toekomst, jouw keuze!
 
Kinderen van 15 jaar die al bezig zijn met het kiezen van hun toekomstige baan. Ik doe het ze niet na. Ik ben bijna achttien en was tot een maand geleden nog totaal niet bezig met wat ik in hemelsnaam zou moeten studeren. Angstig voor het feit dat ik voor altijd aan die keuze vastzat, stelde ik het maar zo ver mogelijk uit. Iedereen op school had het contant over hun studiekeuze terwijl ik elk gesprek erover vermeed. Het woord alleen al gaf mij ongelofelijk veel stress, laat staan als mensen aan mij vroegen: en wat ga jij doen na je examens?. Ik kreeg een beetje het hopeloze gevoel dat ik er alleen voor stond en iedereen al zijn toekomst had uitgestippeld. Ik wil(de) me er eigenlijk helemaal niet mee bezig houden. Ik heb andere dingen aan mijn hoofd zei ik dan, zoals slagen bijvoorbeeld. Daarna zie ik wel weer verder. Ik vind mezelf veel te jong om zo’n ‘levenskeuze’ te maken. Er zijn zo veel kinderen die nog twijfelen en dan uiteindelijk maar lukraak een studie uitkiezen. Op de open dag die ik bezocht, hoorde ik bij elke studie wel dat er veel eerstejaars waren die het na een tijdje al voor gezien hielden. Het was toch niet echt wat ze ervan hadden verwacht. Mijn eigen ervaring en het verhaal van de vele ‘dropouts’ bracht mij tot de vraag: hoe kom je eigenlijk tot een goede studiekeuze?
 
Bijna iedereen begint op jonge leeftijd al met de vraag: wat wil ik worden als ik later groot ben? De eerste keer wanneer je serieus wordt geconfronteerd met die vraag is als je je ‘profiel’ moet gaan kiezen op de middelbare school. Je moet je dan oriënteren op verschillende vakkenpakketten en de eventuele richtingen die je daarmee op kan. Vervolgens heb je de keuze gemaakt en kom je (voor de hoger opgeleiden) in een periode van ‘rust’. Als je het hebt over studiekeuze tenminste. De meesten zijn er dan weer een hele tijd niet mee bezig, maar schrikken ineens als ze in hun eindexamenjaar zitten. Kinderen raken in paniek en gaan als een gek opzoek naar de ideale studie. Ook zijn er kinderen die het eigenlijk niet zoveel uitmaakt. Kinderen zoals ik. Dit is dus het punt waar de meesten de mist in gaan. Het lijkt een tekort aan interesse, maar is dit eigenlijk wel zo? Ik was zo bang om de verkeerde keuze te maken, dat ik het voor mijn eigen gemak maar simpel wegstopte. Zoals al eerder gezegd, ik was mentaal helemaal nog niet klaar voor zo iets belangrijks. Ik was benieuwd of er een oplossing gevonden zou kunnen worden voor het feit dat velen een verkeerde studiekeuze maken. Ligt het niet gewoon aan het feit dat de studiekeuze veel te vroeg komt?
 
Volgens ontwikkelingspsycholoog Michiel Westenberg is dit inderdaad het geval. Hij onderscheidt vier fasen voor jongeren tussen de acht en vijfentwintig jaar. Tot zijn dertiende jaar leert een jongere voor zichzelf op te komen, van zijn dertiende tot zijn zeventiende leert hij op te trekken met een groepje gelijkgestemden en van zijn zeventiende tot zijn eenentwintigste jaar gaat hij zichzelf en anderen beter begrijpen. Daarna – van zijn eenentwintigste tot zijn vierentwintigste jaar – ontwikkelt hij een verantwoordelijkheidsgevoel. Jongeren moeten hun studiekeuze dus maken vóór de fase dat zij een verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen. Volgens Westenberg dus geheel onverantwoord. ‘Het is geen wonder dat studiekeuze ontzettend moeilijk voor hen is, en dat er zoveel studenten zijn die afhaken, of wisselen van studie.’ De cijfers liegen er ook niet om. In het Hoger Beroepsonderwijs maakte in het collegejaar 2013/2014 in totaal 37,6 procent van de studenten de eerst gekozen studie niet af. In het Wetenschappelijk Onderwijs was dit 22,6 procent.
 
In tegenstelling tot Westenberg bekijkt Wilma de Buck, programmamanager Studiekeuze123, het probleem van een goede studiekeuze op een andere manier. Ze zoekt naar een oplossing in plaats van alleen een probleemstelling. ‘Dat jongeren moeten kiezen is wellicht vroeg, maar nu eenmaal ook een feit’. De Buck zegt dat de jongeren zich goed voor moeten bereiden ondanks de verkeerde mentale fase en zich niet passief op moeten stellen. Verschillende instanties zoals ouders en school hebben hier grote invloed op. Er moet dus geen verandering komen in de leeftijd van de keuze, er moet verandering komen in het gedrag van de jongeren zelf. Alleen zo kom je tot de beste keuze. ‘Jongeren stellen dat moment van kiezen uit, met een ondoordachte keuze en een grote kans op uitval als gevolg.’
 
Om tot een conclusie te komen zet ik de verschillende besproken visies even naast elkaar. Aan de ene kant is er de probleemstelling van Michiel Westenberg en als reactie daarop is de acceptatie de oplossing van Wilma de Buck. Als we terugpakken op de onderzoeksvraag die in het begin gesteld is: hoe kom je tot een goede studiekeuze?, denk ik dat de Buck die voor mij perfect weergegeven heeft. Ik moet eerlijk zeggen dat ik eerst de oplossing zocht in een verschuiving van de leeftijd waarop een studiekeuze gemaakt moet worden. Wij jongeren zijn toch nog helemaal nog niet in staat om al keuzes te maken die onze toekomst beïnvloeden? Toen ik daarna de visie van de Buck las, kon ik me daar eigenlijk ook prima in vinden. De studiekeuze op vroege leeftijd is een feit en je zal er op een of andere manier maar mee om moeten gaan. Je kunt je dus verzetten of aanpassen. Als we het realistisch bekijken, is de kans groot dat als de leeftijd opgeschoven wordt, het gedrag van de jongeren hier ook op in gaat spelen. Ze krijgen meer tijd, dus wordt de keuze vast wéér uitgesteld. Dat leidt uiteindelijk toch weer tot haast en heeft hoogstwaarschijnlijk alsnog een teleurstellende studiekeuze als gevolg. Zo blijf je in een vicieuze cirkel. Naar mijn mening is het dus het beste om je eigen gedrag aan te passen en je zo goed mogelijk actief op te stellen. Natuurlijk is hulp van buitenaf en de nadruk hierop ook zeker nodig. Je eigen inzet bepaalt je toekomst, dus kun je die maar beter voor de volle 100 procent geve
 
==Studievoorlichting==