Spaarquote: verschil tussen versies

De '''Gemiddeldegemiddelde spaarquote''' is het aandeel in het [[beschikbaar inkomen]] dat niet aangewend wordt om uitgaven te doen. Deze verhouding kan zowel op nationaal niveau beschouwd worden als op het niveau van de gezinnen.

Als '''I''' het inkomen is en '''U''' de uitgaven over een gegeven periode (meestal 1 jaar), dan is het verschil tussen beide '''S''' het bedrag dat [[sparen|gespaard]] wordt. Door '''S''' te delen door het inkomen '''I''' bekomt men het percentage van het inkomen dat gespaard wordt, dus de gemiddelde spaarquote.

In [[2005]] bedroeg de particuliere spaarquote in [[België]] 13,2%.<ref>Nationale Bank van België[http://www.nbb.be/belgostat/DataAccesLinker?Lang=N&Dom=119&Table=1 Kerncijfers voor de Belgische economie (Nationale Bank van België)]</ref>. Voor [[Nederland]] was dat 12,4% terwijl in het [[Verenigd Koninkrijk]] de spaarquote van de gezinnen slechts 4,9% bedroeg.<ref>[http://www.statbel.fgov.be/FiGUres/d463_nl.asp geld- en kapitaalmarkt, cijfers van de FOD economie op basis van de NBB en de Europese commissieCommissie]</ref>.