In 1970 telde het bedrijf 58.000 medewerkers wereldwijd en produceerde zo’n 1,3 miljoen vaten olie per dag. Gulf raakte in de problemen vanaf de medio jaren 1970.<ref name=TUGULF> {{en}} Handbook of Texas Online [http://www.tshaonline.org/handbook/online/articles/dog02), GULF OIL CORPORATION, auteurs: James A. Clark en Mark Odintz, 15 juni 2010], geraadpleegd op 5 augustus 2014</ref> In 1975 werden de belangen van de maatschappij in [[Koeweit]] genationaliseerd.<ref name=TUGULF/> De maatschappij probeerde elders nieuwe olievelden te vinden, maar was hierin niet succesvol. In 1983 was Gulf nog steeds de op vijf na grootste oliemaatschappij in de [[Verenigde Staten]], maar haar oliereserves slonken en het bedrijf was log en bureaucratisch.<ref name=TUGULF/> In augustus 1983 deed Mesa Petroleum Corporation van [[T. Boone Pickens]] een poging het bedrijf over te nemen. Het had 11% van de aandelen gekocht en zocht controle over het bedrijf.<ref name=TUGULF/> Gulf wist zelfstandig te blijven maar bleef financieel verzwakt achter. Op 5 maart 1984 stemde de raad van bestuur in om het bedrijf te verkopen aan Standard Oil of California ([[Chevron Corporation]]) voor $13,2 miljard.<ref name=TUGULF/> De bedrijfsonderdelen van Gulf werden samengevoegd met die van Chevron.
