Kwartaire ijstijd: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 82.173.181.28 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Maiella
zee-ijs
Regel 52:
Glacialen treden op als de seizoenen op het noordelijk halfrond zwak zijn: in de warme winters is er meer [[sneeuw]], en in de koele zomers zal daarvan minder smelten. Derhalve neemt de sneeuw- en ijskap op het noordelijk halfrond toe. Bovendien versterkt dit effect zichzelf: door het grotere weerkaatsingsvermogen van de ijskap, warmt de regio nog minder sterk op.
 
Zwakke seizoenen op het [[zuidelijk halfrond]] hebben veel minder effect, omdat [[Antarctica]] koud genoeg is om ook buiten de glacialen met ijs bedekt te zijn (en dat al ettelijke miljoenen jaren is, sinds de [[Straat Drake]] tussen Antarctica en [[Zuid-Amerika]] zich vormde), terwijl de zeeën rond Antarctica weinig mogelijkheden tot ijsvorming geven (de [[Noordelijke IJszee]] is minder zout en kent minder stroming, en kan daardoor wel gedeeltelijk bevriezen). Rond de [[Noordpool]] liggen grote continenten waardoor het zeeijszee-ijs niet ver hoeft uit te breiden om opnieuw land te bereiken (in wintertijd). ZeeijsZee-ijs bouwt minder makkelijk op en smelt sneller dan landijs (het heeft een lager [[vriespunt]]).
 
Hoe bovengenoemde factoren precies met elkaar verband houden is niet duidelijk. Met behulp van [[klimaatmodel]]len wordt door wetenschappers een reconstructie van het klimaat en de [[klimaatverandering]]en in het verleden gemaakt. Alhoewel er een zekere consensus bestaat onder wetenschappers, zijn er nog vele onzekerheden en tegenstrijdigheden in dit onderzoek.