Pieter Aertsen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Jean-Pierre Remy (overleg | bijdragen)
Regel 27:
Er zijn dus van Aertsen vooral [[stilleven]]s en [[genrestuk]]ken bewaard gebleven, die zich voor een groot deel afspelen in het boerenmilieu, bijvoorbeeld ''De kokkin'' (ook wel gekend als ''De keukenmeid'') (1559) ([[Brussel (stad)|Brussel]], [[Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België|Koninklijk Museum voor Schone Kunsten]]). Van de religieuze onderwerpen die hij schilderde, zoals de altaarstukken voor de Amsterdamse [[Oude Kerk (Amsterdam)|Oude Kerk]] en de [[Nieuwe Kerk (Amsterdam)|Nieuwe Kerk]] is er weinig bewaard gebleven want zeer veel van zijn werken werden vernield tijdens de [[Beeldenstorm]].<ref name=karel/>
 
Vaak wist hij verschillende genres te combineren, zodat hij bijvoorbeeld religieuze onderwerpen schilderde die op de achtergrond staan van een schilderij waarvan de voorgrond wordt beheerst door een stilleven, zoals op ''Stilleven'' (1552) ([[Wenen]], [[Kunsthistorisches Museum]]) en ''Christus op bezoek bij Maria en Martha''. Pieter was een voorloper in dit genre want scènes met dagelijkse objecten en activiteiten van dienstpersoneel, marktkramers en dergelijke werden nog niet als grote kunst beschouwd. Echt grote kunst had religieuze en mythologische taferelen als onderwerp. Pieter Aertsen was mogelijk geïnspireerd voor het omkeren van de hiërarchie van het religieuze en het alledaagse door [[Lucas van Leydens]]'s ''Ecce Homo'' waar de volksmassa veel meer aandacht krijgt dan Christus.<ref>Dr. Irene Schaudies, [https://www.khanacademy.org/humanities/renaissance-reformation/northern/antwerp-bruges/a/pieter-aertsen-meat-stall Pieter Aertsen, Meat Stall].</ref> Zijn beroemdste werk, ''De Vleesstal'', hangt in Uppsala. Het stelt een slagerij voor, met op de achtergrond de vlucht naar Egypte. Er zijn vier exemplaren van dit werk in omloop en één ervan (of een gelijkaardig onderwerp, een "keukentafereel" met een gevilde ossekop) kwam in de vroege jaren 1550 terecht bij de Amsterdamse verzamelaar Jacob Ravart <ref>Ook Jacob Rauwaert, Rauwert of Jacop Roevaert.</ref>. Het is op basis van de kwaliteit van dit werk dat de vroede vaderen van Amsterdam volgens Karel Van Mander, Pieter Aertsen uitnodigden voor het schilderen van een altaarstuk voor de Oude Kerk.<ref name=karel/>
 
Pieter Aertsen is een pionier in de [[stilleven]]- en genreschilderkunst net omwille van deze ongewone combinaties. Aertsen is ook van belang omdat hij Venetiaanse voorbeelden combineerde met Hollandse schilderkunst. Aertsen was een van de beroemdste schilders uit zijn tijd. Al aan het begin van de 17e eeuw was er veel vraag naar zijn werk. Het [[Museum Boijmans Van Beuningen]] in [[Rotterdam]] bezit vier van zijn werken.