Gebruiker:Bean 19/kladblok/Vorstendom Transsylvanie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bijna af?
minus liggende streepjes
Regel 41:
Het vorstendom Transsylvanie ontstond in 1570 bij het [[Verdrag van Spiers (1570)|Verdrag van Spiers]] toen [[Johan II Sigismund Zápolya]] afzag van de titel 'koning van Hongarije' maar [[Keizer Maximiliaan II]] tegelijkertijd John II erkende als prins van Transsylvanie. Transsylvanie kwam door het verdrag onder het konikrijk Hongarije te vallen. Na de dood van Jan II in [[1571]] kwam de [[Báthory]]-dynastie aan de macht. Zij regeerden tot [[1602]] als vazallen van het Ottomaanse en kort ook Hongaarse rijk. Hun toenemende macht markeerde het begin van het vorstendom Transsylvanie als semi-onafhankelijkestaat.
 
De Hongaarse prins [[Stefanus Báthory]], de eerste vorst van Transsylvanië, behield de religieuze vrijheid, zoals vastgelegd in het [[Edict van Toerda]], maar interpreteerde deze verplichting in een steeds engere zin. Aan het einde van de regeerperiode van de Báthorys nam [[Sigismund Báthory]] als prins binnen het [[Heilige Roomse Rijk]] met het leger van Transsylvanë deel aan de [[Vijftienjarige Oorlog]]. Deze oorlog begon als een oorlog van Christenen tegen de Turken maar het eindigde als een conflict tussen Transsylvanie, de Habsburgers, de Ottomanen en [[woiwode]] [[Michaël de Dappere]] van [[Vorstendom Walachije|Walachije]]. Het gevolg hiervan was dat het vorstendom rond [[1601]] opnieuw onder Habsburgse soevereiniteit, nu die van [[keizer Rudolf II]], stond die de bevolking begon te [[Germanisering|Germaniseren]]. Zijn pogingen tot een nieuw [[contrareformatie]] waarmee de Rooms-katholieke Kerk opnieuw de staatskerk zou worden, werden afgebroken door de verkiezing, op [[5 april]] [[1603]] van [[István Bocskai]] als vorst van Transsylvanië. en twee maanden later als prins van Hongarije. István Bocskai leidde van [[1604]] tot [[1606]] een succesvolle opstand tegen de Habsburgers die leidde tot het [[Verdrag van Wenen (1606)|verdrag van Wenen]] in [[1606]]. Daarbij werd ondermeer bepaald dat de burgers van Transsilvanie hun eigen vorsten mochten kiezen. Dit was politiek gezien echter zeer moeilijk omdat de Kroaat [[Georg Keglevic]] - [[opperbevelhebber]], [[generaal]], vice-[[Ban_Ban (landvoogd)|ban]] van Kroatië, Slavonië en Dalmatië - in [[1602]] al tot [[Baron (titel)|baron]] van Transsylvanië was uitgeroepen. Hieruit blijkt hoe moeilijk het was om dit gecompliceerde verdrag na een lange oorlog tot stand te laten komen.
 
De gouden jaren beleefde het vorstendom onder het gezag van Bocskai's opvolgers [[Gabriël Bethlen]] die regeerde van 1613 tot 1629 en [[George I Rákóczi]] die regeerde van 1630 tot 1648. Bethlen durfde het zelfs aan om drie keer een oorlog tegen Oostenrijk te beginnen en twee keer de titel van koning van Hongarije op te eisen. Deze periode eindigde met het [[vrede van Nikolsburg]] van [[31 december]] [[1621]] dwong hij voor de protestanten opnieuw godsdienstvrijheid af die in het verdrag van Wenen al was uitgesproken, maar door [[keizer Ferdinand II]] niet werd nagekomen. Het [[verdag van Linz]] van [[16 september]] [[1645]] dat Rákóczi met de keizer sloot bevestigde opnieuw de religieuze vrijheid voor de Hongaarse protestanten zoals vastgesteld bij het verdrag van Wenen in 1806. Rákóczi en Bethlen spendeerden grote sommen geld aan het verfraaien van de hoofdstad [[Alba Iulia]] dat het belangrijkste protestantse bolwerk in [[Oost-Europa]] werd. Tijdens hun heerschappij was het vorstendom een van de weinige landen waar Rooms-katholieken, [[Calvinisme| Calvinisten]], [[Lutheranisme|Lutheranen]] en [[Unitarisme (theologie)|Utilitaristen]] elkaar tolereerden. Al deze religies behoorden tot de algemeen erkende geloven (''religiones recaepte''). De [[Oosters-orthodoxe kerk|Orthodoxen]] werden echter alleen getolereerd.
 
De val van [[Oradea|Nagyvárad]] in 1660 vormde het begin van een periode van afnemende macht van het vorstendom in ten voordele van de Habsburgese koningen. In [[april]] [[1661]] verklaarde de Transsylvanische raad onder het bestuur van prins Kemeny zich onafhankelijk van de Ottomanen. Ze vroegen steun aan in Wenen, maar een geheime overeenkomst tussen de Ottomanenen en de Habsburgers zorgde ervoor dat de Habsburgse positie nog meer versterkte. Na het verlies van de Ottomanen bij het [[Beleg van Wenen (1683)|beleg van Wenen]] in 1683 begonnen de Habsburgers hun bestuur over het voormalige autonome Transsylvanie geleidelijk verder uit te breiden. Het gevolg hiervan was dat aan het einde van de zeventiende eeuw het vorstendom volledig onder controle van het door de Habsburgers gecontroleerde [[Koninklijk_Hongarije_Koninklijk_Hongarije (1526-1867)|Hongarije]] kwam. Vanaf 1711 wisten de Habsburgers hun macht te verstevigen en werden de Transsylvanische prinsen door gouverneurs vervangen.
 
De Hongaarse adel en de Duitse burgerij bleven de dominante politieke machten en de vanuit Wenen doorgevoerde centralisering tegen deze twee machten in, zou op den duur slechts beperkt succes hebben. Dit kwam omdat de Habsburgers de prinsen door Oostenrijkse getrouwen vervingen en het gebied tot het [[grootvorstendom Transsylvanië]] werd omgevormd dat een Oostenrijks kroonland werd.