Het circus (schilderij van Seurat): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 17:
Het op de hoek van de ''Rue des Martyrs'' en de ''[[Boulevard de Rochechouart]]'' gelegen ''Cirque Fernando'' (in 1890 omgedoopt tot ''Cirque Médrano'' naar zijn beroemdste clown) was voor kunstenaars aan het einde van de [[19e eeuw|negentiende eeuw]] een bron van inspiratie. [[Pierre-Auguste Renoir|Renoir]], [[Edgar Degas|Degas]] (bijvoorbeeld ''[[Miss Lala au Cirque Fernando]]'') en [[Henri de Toulouse-Lautrec|Toulouse-Lautrec]] (bijvoorbeeld ''[[In het circus Fernando: paardrijdster]]'') wijdden doeken aan de artiesten van het circus. Ook Seurat, die een atelier in de buurt van het circus had, schilderde drie werken rond dit thema, ''Parade'' (1887-88), ''Le Chahut'' (1889-90) en ''Het circus''.
''Het circus'' kan worden opgedeeld in twee gebieden. Rechtsonder de piste, gedomineerd door kromme lijnen en spiralen die beweging suggereren. Een [[Acrobaat|acrobate]] rijdt op een [[Schimmel (paard)|schimmel]]<ref>Deze schimmel is anatomisch verkeerd
Seurat legde in ''Het circus'' sterk de nadruk op ritmiek en kleurensymboliek. Hij gebruikte een beperkter kleurenpalet dan bij eerdere werken zoals ''[[Baders bij Asnières]]''. Het werk krijgt daardoor een wat harde uitstraling. Ook de grijzen die op bijna alle gezichten gepleisterd lijken, dragen daaraan bij. Sommige vroege critici beschouwden het werk dan ook als een te ver doorgevoerd experiment. In de twintigste eeuw zou ''Het circus'' echter uitgroeien tot een icoon, geliefd bij veel kunstenaars, waaronder [[Paul Signac|Signac]], die er enige tijd eigenaar van was, en [[Guillaume Apollinaire|Apollinaire]].
|