Catharina Cool: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
afb.
k clean up, typos fixed: paddestoel → paddenstoel (2) met AWB
Regel 2:
 
== Biografie ==
Catharina Cool was lid van de familie [[Cool (geslacht)|Cool]] en de dochter van een [[Doopsgezinden|doopsgezinde]] predikant te Wormerveer; ze droeg dezelfde namen als haar in 1871 op eenjarige leeftijd overleden zusje, een andere zus zou in 1881 op tienjarige leeftijd overlijden. Na de lagere school ging ze naar de “Fransche School” (vergelijkbaar met de [[MAVO]]). Daarna volgde ze een opleiding tot apothekersassistente.<ref name=bio>Biografische gegevens, voor zover niet anders vermeld, ontleend aan Crevel 1983</ref>
 
Haar hele leven kampte Catharina met een slechte gezondheid. Vermoedelijk ging het om klachten van [[neurasthenie|neurastenische]] aard.<ref name=gezond>van Crevel 1983, p. 107; zie ook p.&nbsp;108 - 110.</ref>
 
In 1899 verhuisde ze, na het emeritaat van haar vader in datzelfde jaar, met haar ouders naar [[Nijmegen]]. Ze was ongelukkig, en ging te rade bij een bevriend echtpaar, waarvan de man zenuwarts was. Die raadde haar aan “de natuurstudie ter hand te nemen”. In de tijd van de opkomende belangstelling voor natuurstudie - vooral geïnspireerd door [[Eli Heimans]] en [[Jac. P. Thijsse]] - was dat niet ongebruikelijk. De periode wordt wel het 'biologisch réveil' genoemd.
 
In 1904 overleed haar vader. Catharina verhuisde met haar moeder naar [[Haarlem]] en ging in Amsterdam biologie studeren. Van 1905 tot 1909 liep ze college. Ze kon geen examens afleggen, omdat haar daarvoor de vereiste vooropleiding ontbrak. Daarna werkte ze twee jaar aan het Phytopathologisch Laboratorium 'Willie Commelin Scholten', waar [[Johanna Westerdijk]] directeur was. In Haarlem sloot ze zich ook aan bij de [[Nederlandse Natuurhistorische Vereniging]] en al snel had ze een functie in het bestuur van de afdeling Haarlem. Ze raakte geïnteresseerd in [[paddenstoelen]], en toen in 1908 de Nederlandse Mycologische Vereniging werd opgericht was ze van de partij.
 
Van 1914 tot 1922 was Catharina conservator voor de paddenstoelencollectie van de NMV bij het Rijksherbarium in Leiden op een honorarium van fl. 50 per jaar. In 1920 verhuisde ze naar Leiden. In 1922 werd ze benoemd als vaste assistente bij het Rijksherbarium.
 
Van december 1922 tot maart 1923 maakte ze samen met mevr. Den Tex-Boissevain een reis naar de [[Canarische eilanden]]. Daarover heeft ze later op twee plaatsen gepubliceerd.
 
Na haar terugkeer verslechterde haar gezondheid. In 1923 en in 1927 werd ze geopereerd. Haar toestand verslechterde echter. In juni 1928 werd ze opgenomen in het Diaconessenhuis in Leiden.
Regel 25:
Van 1912 tot 1914 was ze penningmeester van de vereniging.<ref name=penn>Jansen p. 89</ref>
 
In 1910 startte de NMV met een herbarium, dat werd ondergebracht bij het Rijksherbarium in Leiden. Al snel werd hiervoor een conservator benoemd. Dat was in 1912 van der Lek. In 1914 werd hij opgevolgd door Catharina Cool. Ze zou tot het eind van haar leven bij het Rijksherbarium blijven werken. Haar werk bestond uit het conserveren van de collectie en uit het determineren van materiaal dat haar werd toegezonden. Ze publiceerde de resultaten van haar werk jaarlijks in het mededelingenblad van de NMV.
 
Catharina Cool ontdekte - in haar functie van conservator - een nieuwe paddenstoel, de odeur-zwam, die haar in 1916 was toegezonden en die zij in 1918 beschreef onder de naam ''Lepiota odorata''. Tegenwoordig heet deze schimmel ''Squamanita odorata''.
 
Naast haar werk bij het herbarium verrichte ze allerlei andere activiteiten om de studie van paddestoelenpaddenstoelen in Nederland te bevorderen.
 
Bij haar overlijden in 1928 liet ze fl. 2500 aan de NMV na.<ref name=nalaat>Jansen p. 87</ref>
Regel 35:
== Eerbewijzen ==
[[File:20160114 Steen voor CatharinaCool.JPG|thumb|220px|Gedenksteen in Thijsse's Hof, als teken van waardering voor Catharina Cool's werk]]
De door Catharina Cool ontdekte [[Odeurzwam]] (tegenwoordig) ''Squamanita odorata'' (oorspronkelijk ''Lepiota odorata'') werd door [[H.S.C. Huijsman|Huijsman]] in 1943 in een nieuw [[Genus (biologie)|genus]] geplaatst dat hij ''Coolia'' noemde en ging dus ''Coolia odorata'' heten.<ref name=coolia>[http://www.mycobank.org/name/Squamanita%20odorata Squamanita odorata] op Mycobank</ref> Ook ''Coolia macrocephala'' (Schulzer) Huijsman ( tegenwoordig ''Leucopaxillus macrocephala'') en Coolia schreieri Huijsman droegen enige tijd haar naam.</br />
Andere schimmels, die naar Catharina Cool werden genoemd, zijn: ''Mycena cooliana'' Oort en
''Mycenella cooliana'' (Oort) Singer.
Regel 46:
{{citaat|Het ronddolen in en het bestuderen van de natuur geeft kracht aan allen, die geestelijk en lichamelijk lijden}}
 
Door het plaatsen van de steen gaf hij uitdrukking aan de waardering voor de grote belangstelling die ze steeds voor Thijsse's Hof had getoond, en vooral voor de paddenstoelententoonstellingen die ze in 1926 en 1927 inrichtte in het Pannenkoekenhuisje naast de Hof.
 
== Bibliografie ==
Regel 53:
''Het paddenstoelenboekje'' door Cath. Cool en H.A.A. van der Lek verscheen voor het eerst in 1913 als deel VI en VII van de ''[[Bibliotheek van “De Levende Natuur”]]''. Er verschenen verschillende herdrukken.<ref name=hent>Onderstaande informatie over de verschillende drukken is ontleend aan exemplaren in de Bibliotheek van de [[Heimans en Thijsse Stichting]] te Amsterdam; [http://www.worldcat.org/oclc/64859671 WorldCat-entry] voor Cool en v.d. Lek 1913</ref>
 
Het boekje valt uiteen in twee delen: het “algemeene deel” en het “bijzondere deel”.</br />
In het algemene deel (ca. 140 pgs.) vinden we hoofdstukjes over “Wat zijn paddenstoelen?”, “Hoe de paddenstoelen te leeren kennen en onderscheiden”, “Bouw der hoogere paddenstoelen”, “De verzaameling”, “Paddenstoelen eten”, enz.</br />
In het bijzondere deel (ca. 200 pgs.) is de doelstelling om de meest voorkomende paddenstoelen op naam te brengen. In totaal worden hier ongeveer 280 soorten behandeld. Dit deel bevat een groot aantal illustraties, zowel tekeningen, als foto's. Er zijn lijsten opgenomen van paddenstoelen die heel erg opvallen (door grootte, vorm, geur etc.), tabellen voor het bepalen van geslachten van een aantal families, en lijst van paddenstoelen naar voorkomen.
 
* 1e druk: 1913. Amsterdam : W. Versluys. 350 pgs. + 5 uitvouwbare platen. Enkele gekleurde afbeeldingen en veel zwartwit afbeeldingen in de tekst, zowel foto's als tekeningen.<ref name=1edr>Van veel afbeeldingen is de maker niet bekend</ref>
Regel 67:
 
=== Andere publicaties van Catharina Cool ===
* 1919: ''Hoe maken we de Paddenstoelen klaar : Eenvoudige Handleiding tot het toebereiden van Paddenstoelen.'' Amsterdam : W. Versluys 1919. brochure, 26 pgs.<ref name=cool1919>[http://www.worldcat.org/oclc/68773440 WorldCat-entry] voor Cool 1919; haar naam wordt hier overigens geschreven als "Cath Cool". </ref>
 
* Artikelen in het tijdschrift ''[[De Levende Natuur (tijdschrift)|De Levende Natuur]]''. Bijvoorbeeld:
** 1912: 'Het paddestoelenjaar 1911 in Kennemerland'. In: DLN 16e jrg. nr. 18 (15 jan. 1912), p. 423-426