Representatie (psychologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
==Algemeen==
Representaties kunnen zowel betrekking hebben op het toepassen van kennis in actuele situaties, zoals bij het waarnemen of het herkennen van een gezicht of voorwerp, als de opslag van kennis in het [[langetermijngeheugen]].<ref>Churchland, P.S. & Sejnowski, T.K. (1992). The computational brain. Cambridge: MI Press</ref><ref>Kok, A. (20042016), Het hiërarchisch brein. Inleiding tot de cognitieve neurowetenschap. VanPumbo Gorcum,uitgeverij. ISBN Assen978-94-92182-75-3</ref> Representaties kunnen dus in passieve of actieve toestand verkeren. Er bestaan verschillende vormen van representaties. Zo zijn er visuele representaties (het gezicht van grootmoeder) en ruimtelijk representaties (het onthouden van een bepaalde route op weg naar het werk).<ref>Shepard, R.N. & Cooper,L.A. (1982). Mental images and their transformations. Cambridge MA; MIT Press</ref> Motorische representaties spelen een rol bij het onthouden en uitvoeren van bepaalde bewegingspatronen, zoals een beweging van onze arm in een specifieke richting, of het imiteren van een bepaalde beweging of [[gelaatsexpressie]]. Ook [[spraak]] berust op een intern plan dat ons helpt om woorden en klanken in de juiste volgorde uit te spreken.
 
==Representaties en hersenen==