Mark Twain: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door SvenAERTS (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Richardw
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: A Connecticut Yankee in King Arthur's Court - Koppeling(en) gewijzigd naar A Connecticut Yankee in King Arthur's Court (roman)
Regel 152:
Na de publicatie van zijn grote werken ging Twain zich meer richten op zakelijke ondernemingen, om de toenemende problemen af te wenden die hij zich op de hals had gehaald met zijn schrijversprojecten. Hij richtte een uitgeversbedrijf op dat hij ''Charles L. Webster & Company'' noemde, naar zijn aangetrouwde neef met wie hij samen eigenaar was.<ref>{{cite web |url=http://www.pbs.org/wgbh/amex/grant/peopleevents/p_twain.html |title=American Experience - People & Events: Samuel Langhorne Clemens, 1835-1910 |publisher=PBS |accessdate=2007-11-28}}</ref> Voor het prille uitgeversbedrijf koos Twain de ''[[Memoires]] van President [[Ulysses S. Grant]]''. Tussendoor vond hij tijd om ''The Private History of a Campaign That Failed'' te schrijven voor ''[[The Century Magazine]]''. Dit stuk gaf een gedetailleerd verslag van zijn twee weken durende activiteiten bij de troepen van de Confederatie tijdens de Burgeroorlog.
 
Twain hield zich vervolgens bezig met ''[[A Connecticut Yankee in King Arthur's Court (roman)|A Connecticut Yankee in King Arthur's Court]]'', waarin hij voor het eerst blijk gaf van zijn teleurstelling in de politiek. Geschreven in dezelfde “historische, fictieve” stijl als ''The Prince and the Pauper'', liet ''A Connecticut Yankee'' de absurditeit zien van de politieke en maatschappelijke normen door ze te verplaatsen naar het hof van [[Koning Arthur]]. Twain begon aan het boek in december 1885, legde vervolgens het schrijven eraan stil tot de zomer van 1887 en voltooide het uiteindelijk in het voorjaar van 1889.
 
Om zijn rekeningen te kunnen betalen en zijn zakelijke plannen gaande te kunnen houden schreef Twain in hoog tempo artikelen en boekbesprekingen. Hij maakte op een beruchte manier [[James Fenimore Cooper]] belachelijk in een artikel waarin hij Coopers ''Literaire Misdrijven'' beschreef. Hij klaagt er bijvoorbeeld over dat Coopers ''[[De Wilddoder]]'' pretendeert realistisch te zijn, maar dat het op dat punt verschillende tekortkomingen vertoont. Hij ontpopte zich tot een vileine criticus, niet alleen van andere schrijvers, maar ook van andere critici, door bijvoorbeeld te opperen dat de hooggeleerde heren [[Thomas Loundsbury]], [[Brander Matthews]] en [[Wilkie Collins]], voordat ze het werk van Cooper ophemelden, “daar eerst toch iets van gelezen zouden moeten hebben”.<ref>Twain, Mark. Fenimore Cooper’s Literary Offenses. From Collected Tales, Sketches, Speeches and Essays, from 1891-1910. Edited by Louis J. Budd. New York: Library of America, 1992.</ref>
Regel 346:
* (1883) ''[[Life on the Mississippi]]'' (non-fictie (hoofdzakelijk))
* (1884) ''[[De Lotgevallen van Huckleberry Finn|Adventures of Huckleberry Finn]]'' (fictie)
* (1889) ''[[A Connecticut Yankee in King Arthur's Court (roman)|A Connecticut Yankee in King Arthur's Court]]'' (fictie)
* (1892) ''[[The American Claimant]]'' (fictie)
* (1892) ''Merry Tales'' (fictie)