Golfprofessional: verschil tussen versies

Voor de Tweede Wereldoorlog waren er 19 golfclubs in Nederland. Er waren dus weinig leraren. Na de oorlog duurde het tot 1974 voordat er nieuwe golfbanen bij kwamen. Daarna kwam alles in een stroomversnelling. Zo kwam ook het vak van golfleraar in opmars. Daar komt veel meer bij kijken dan goed spelen. Om teaching pro te worden moet er een opleiding gevolgd worden. In Nederland zijn daarvoor diverse mogelijkheden. De bekendste is de PGA-opleiding die wordt verzorgd door Fontys Hogescholen. De tweede grootste opleider in Nederland is de WGTF. Daarnaast biedt onder andere het CIOS een applicatiecursus golfleraar aan. De tegenhanger van de PGA is

Bij de [http://www.wgtf.com WGTF] metzijn inanno 2016 meer dan 25.000 golfleraren overaangesloten, wat daarmee de gehelegrootste wereldaaneengesloten wereldwijde organisatie voor Golfleraren is. In Nederland was deze organisatie vanaf 2001 bekend onder de naam DGTF. Sinds 1 januari 2016 wordt de wereldwijde organisatieWGTF in België, Nederland en Luxemburg vertegenwoordigd door de [http://wgtfbenelux.eu WGTF of the Benelux]. Tijdens en na de opleiding worden onder andere stages georganiseerd en applicatiecursussen gegeven. Er worden ook eisen gesteld aan het spelniveau van de toekomstige leraar. Jaarlijks dient iedere golfleraar bijscholing te volgen om up to date te blijven.

De meeste professionals in Nederland zijn lid van de PGA, die hun belangen behartigt en toernooien hen organiseert. De [[PGA Holland]] organiseert de 'Monday Tour'. De WGTF of the Benelux heeft een eigen wedstrijdschemaTour en Order of Merit. Deze organisatie is sterk groeiende met momenteel ongeveer 300 opgeleide en gecertificeerde golfleraren in Nederland.