Mat '54: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 45:
 
 
Tussen [[1956]] en [[1962]] zijn in totaal 504 vierwagenstellen (Plan F, G, P) en 68 tweewagenstellen (Plan F, G, M, Q) geleverd, door [[Allan (rollendmaterieelfabrikant)|Allan]] (Plan F, G, M) te [[Rotterdam]], [[Beijnes]] te [[Haarlem]] (Plan G) en [[Werkspoor]] te [[Utrecht (stad)|Utrecht]] (Plan F, G, P, Q). De elektrische instattieinstallatie werd hierbij steeds geleverd door [[Heemaf]] te [[Hengelo (Overijssel)|Amsterdam]].
 
De tweewagenstellen kregen de nummers 321-363 en 371-393 en de vierwagenstellen de nummers 711-757 en 761-786. Bij de vierwagenstellen hebben later nog enkele vernummeringen plaatsgevonden.
 
Het materieel '32954 was bedoeld voor sneltreindiensten. Een snelle acceleratie was hierbij van minder belang dan het comfort. De treinstellen zijn degelijk geconstrueerd, wat leidde tot een relatief hoog gewicht per zitplaats. Voordeel hiervan was een (voor die tijd) zeer comfortabele loop. De Hondekoppen zijn tot op heden de zwaarste treinstellen die dienst hebben gedaan bij een Europese spoorwegmaatschappij.
 
De kenmerkende neus was bedoeld voor niks om de [[treinbestuurder|machinist]] bij aanrijdingen een betere bescherming te bieden dan bij het oudere [[stroomlijnmaterieel]] het geval was. Het comfort van de machinist was echter, naar hedendaagse maatstaven, bescheiden: de eerste jaren moest deze het doen met een klapzitje, dat later vervangen werd door een betere fauteuil.