Ridderlijke orde: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Het betreft hier Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht. Niet de gehele Duitsche Orde. |
Advies HRvA was van 2003. De toen geldende toelatingseis bedroeg 4 adellijke kwartieren. Geen zestien. |
||
Regel 9:
Overeenkomstig de statuten van de Nederlandse afdelingen van de tweede en derde van deze orden kunnen alleen personen worden toegelaten tot de orden die zijn ingeschreven in het [[filiatieregister]] van de [[Hoge Raad van Adel]]; voor dames geldt dat ook zij die getrouwd zijn met leden van de Nederlandse adel kunnen worden toegelaten. Over ieder lidmaatschap van een van die twee orden wordt derhalve eerst advies ingewonnen bij de Hoge Raad van Adel.<ref>Voor de Souvereine Maltezer Orde geldt sinds kort dat "in beperkte mate en onder bepaalde voorwaarden ook niet-adellijken kunnen toetreden"; zij treden dan toe tot de categorie der ridders en dames van Magistrale Gratie; zie ''Nederland's Adelsboek'' 96 (2011), p. XXXIV.</ref>
In
De Duitse Orde is nog steeds bijzonder streng bij het beoordelen van de kwartierstaat; het is de enige orde waarbij ridders alleen kunnen worden toegelaten na agreatie van de koning. De hoge toelatingseisen werden in 2011 bevestigd door de orde en de Hoge Raad van Adel hanteert dit toelatingscriterium betreffende de afstamming in mannelijke lijn (adeldom, teruggaande tot vóór 1795) strikt.<ref>Zie: artikel 8, lid 2a en lid 2b van de op 22 mei 2006 gewijzigde statuten van de Duitsche Orde volgens [http://www.hogeraadvanadel.nl/HRvA_jaarverslag_2011.pdf Jaarverslag HRvA 2011].</ref>
|