Kanaat Kokand: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Neergang: Maak maar geen opmerkingen |
|||
Regel 35:
== Neergang ==
Ondanks pogingen van Omars weduwe, de beroemde dichteres Nadira, om Madali Khan ervan te weerhouden, maakte Madali Khan zich toch schuldig aan wreedheden en losbandigheid, hetgeen [[emir]] [[Nasrullah Khan]] van het [[emiraat Buchara]] een excuus gaf om Kokand binnen te vallen in 1842. De inwoners van Kokand gaven echter toch de voorkeur aan hun eigen despoten boven deze buitenstaanders; ze kwamen al snel in opstand en zetten [[Shir Ali]], de oom van Madali Khan op de troon. De daaropvolgende twee decennia verzwakte het rijk door verbitterde [[burgeroorlog]]en en etnische conflicten, nog verder versterkt door Buchaarse en Russische invallen. Shir Ali’s zoon Khudayar regeerde van [[1845]] tot [[1858]] en, na een nieuwe onderbreking door Emir Nasrullah, nogmaals vanaf 1865. Ondertussen zette het Russische Rijk zijn opmars voort. In [[1866]] verloor het kanaat Tasjkent gevolgd door Chodzjend in [[1867]].
Vanaf 1863 was Muhammad Sultan Khan de vorst van het kanaat. In de praktijk lag de macht bij de regent Alimqul. Deze gaf in 1865 zijn legeraanvoerder [[Yakub Beg]] de opdracht zich met een leger bij een strijdkracht van [[Kirgiezen]] te voegen, die de stad [[Kashgar]] had belegerd en geplunderd. Na de verovering van die stad wist Yakub Beg een opstand van [[Hui (volk)|Hui]] en later Turkstalige moslims tegen het Chinese gezag te kapen. Ongeveer tien jaar was Yakub Beg de feitelijk heerser van het grootste deel van het [[Tarimbekken]]. Pas in 1877 wist China zijn gezag daar weer te herstellen.
== Einde van het rijk ==
|