Jim Crow-wetten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
lf
Regel 12:
Vanaf het tweede decennium van de [[20e eeuw]] begon het Hooggerechtshof Jim Crow-wetten ongrondwettelijk te verklaren. In [[1915]] besliste een meerderheid in ''[[Guinn vs. de Verenigde Staten]]'' dat een wet die sommige zwarten pertinent het stemrecht onthield in [[Oklahoma]] ongeldig was; desondanks konden veel zwarten in het zuiden niet stemmen tot de [[1950|jaren '50]] en [[1960|'60]]. In de zaak ''[[Buchanan vs. Warley]]'' ([[1917]]) bepaalde het hof dat men in [[Kentucky]] niet het recht had om gesegregeerde woonfaciliteiten verplicht te maken. Het echte vonnis dat rassenscheiding een schending vormde van de grondwet kwam in [[1954]] in ''[[Brown vs. Board of Education]]'', toen men bepaalde dat segregatie op openbare scholen afgeschaft moest worden. Samen met de zaken ''[[NAACP vs. Alabama]]'' en ''[[Boynton vs. Virginia]]'' in respectievelijk [[1958]] en [[1960]] werd de discriminatie van de Jim Crow-wetten steeds verder afgebouwd.
 
De Jim Crow-wetten werden overal onwettig met de invoering van de [[Civil Rights Act of 1964]], die bepaalde dat discriminatie in openbare gelegenheden zoals restaurants, hotels en winkels verboden was, maar ook op particuliere scholen. Voorafgaand aan de wet waren in veel zuidoostelijke staten boycots en demonstraties gehouden door de [[burgerrechten]]beweging, gestimuleerd door mensen als [[Rosa Parks]] en [[Martin Luther King|Martin Luther King jr.]]
 
==Gerelateerde onderwerpen==