Musa (profeet): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kleuske (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 78.22.106.238 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Apdency
+Plagen van Egypte --> zie ook sectie
Regel 1:
[[Bestand:Musa with a cane in his hand.jpg|thumb|right|'' Musa op een Perzisch miniatuur uit de 15e eeuw]]
'''Musa''' ([[Arabisch]]: موسى ''Moesa'') is in de [[islam]] een [[boodschapper (islam)|boodschapper]] en [[Profeten van de Islam|profeet]] die door [[God (islam)|God]] naar de [[Israëlieten|kinderen van Israël]] is gezonden. Musa is tevens de boodschapper van de [[Thora|Tawrat]]. Hij staat in de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] bekend als [[Mozes]].
 
Musa komt in meer dan een derde van alle [[soera]]'s voor. Hiermee is hij de meest genoemde Bijbelse figuur in de Koran. Belangrijke delen van Musa's leven worden verteld in [[soera De Vertelling]] 1-42, [[soera De Kantelen]] 103-171, [[soera Ta Ha]] 9-98 en [[soera De Dichters]] 10-58. <ref name="Dummies 201">''Islam voor Dummies'', Malcom Clark, Uitgeverij Addison Wesley, 2004, blz. 292-293, ISBN 90-430-0845-1</ref> Er wordt geen volledig verhaal over Musa (en eveneens de andere profeten) in de Koran verteld, maar van bepaalde aspecten van zijn prediking en van zijn optreden wordt een evocatieve beschrijving gegeven.<ref>''De Koran verstaan'', Anton Wessels, Uitgeverij Kok, 1986, blz. 94, ISBN 9024241154</ref>. Veel van hetgeen in de Bijbel wordt verhaald over Musa is ook in de Koran te vinden.<ref>''Islam, Personen en begrippen van A tot Z'', Inge Arends e.a., Uitgeverij Het Spectrum B.V., 2000, blz. 38, ISBN 90 274 6529 0</ref>
 
Volgens de Koran werden de eerstgeboren jongens van de Israëlieten vermoord in opdracht van de farao. Daarom werd Musa na zijn geboorte in een mandje te water gelaten. Hij werd gevonden door de vrouw van de farao, die hem opvoedde. De moeder van Musa is samen met [[Maryam|Maryam, de moeder van Isa,]] de enige twee vrouwen die in de Koran een [[Openbaring (concept)|Openbaring]] van God krijgen.<ref name=leaman>''the Qur'an: an encyclopedia'', Oliver Leaman e.a., Routledge Taylor and Francis Group, 2006, blz. 431-433, ''Musa'', ISBN 97 80415 77529 8</ref>
Regel 8:
Nadat Musa een Egyptenaar heeft doodgeslagen, vluchtte hij naar [[Midjan]]. Daar werkte hij enkele jaren en ontving vervolgens een openbaring van God om naar de farao te gaan. [[Harun (profeet)|Harun]], zijn broer, werd zijn [[woordvoerder]].<ref name=leaman />
 
Musa eiste van het Egyptische volk en de farao dat zij tot God komen en de onderdrukking opgeven en ten tweede dat hij het joodse volk uit Egypte laat gaan. Daar gaf de farao geen gevolg op. Daarom liet Musa negen tekenen van God aan de farao en de Egyptenaren zien:<ref name="Profeten">''Geschiedenis van de Profeten'', Ibn Kathir, Nederlandse vertaling M. Oktem, Uitgeverij Noer, 2006, blz. 337-341</ref><br>
1. #de staf die verandert in een slang en de andere slangen opeet<br>
2. #de stralende witte hand<br>
3. #de jaren van droogte en [[Waterschaarste|watertekort]]<br>
4. #een tekort aan oogst<br>
5. #[[epidemie]]ën onder de mensen en dieren<br>
6. #een sprinkhanenplaag<br>
7. #een luizenplaag<br>
8. #een kikkerplaag<br>
9. #het water dat verandert in bloed<br>
 
Er wordt gezegd dat de joden toestemming van de farao kregen om een bepaald joods feest bij te wonen. De joden maakten zich echter op om richting Palestina te vertrekken. Midden in de nacht vertrokken zij. De volgende morgen was de farao razend en zette de achtervolging in.<ref name="Profeten" />
Regel 28:
 
Musa's [[graf]] zou in de ''kathib ahmar'' (rode grafheuvel) zijn, in de buurt van de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]], nabij Jeruzalem en in [[Damascus]].<ref name=leaman />
 
==zie ook==
*[[Plagen van Egypte]]
 
{{Appendix}}