Volksduitsers: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
37ophiuchi (overleg | bijdragen)
Labradorus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
=== 19e - 20e eeuw ===
De middeleeuwse kolonisten en de inheemse bevolkingen integreerden zich in taal en cultuur al grotendeels voor 1500 met elkaar. Hun woongebieden kwamen al tussen de 10de en de 14de eeuw binnen het [[Duitse Rijk]] terecht, waardoor hun nakomelingen uiteindelijk in de 19de eeuw Duitse of Oostenrijkse staatsburgers zouden worden. Waar zij buiten dat Rijk gevestigd blevenwoonden, kwamen ze terecht in de status van (Duitstalige) minderheid binnen andere staten. Dat betekende voor velen van hun assimilatie in de Poolse, Russische of Hongaarse, en na 1918 Tsjechische, Slowaakse, Roemeense of HongaarseJoegoslavische omgeving. De zogenaamde Volksduitsers bleven meestal in eigen gemeenschappen wonen, zeker als zij zich ook in religieus opzicht onderscheidden van de overige bevolking, zoals de lutheranen in Hongarije, Roemenië en Polen, dit in tegenstelling tot de katholieken die daarin Polen, Slowakije en Hongarije in kerkelijk verband vaakbloot geassimileerdstonden werdenaan assimilatie. De DuitstaligeDuitstaligen, de lutheranen, zowel als de katholieken en de mennonieten in Rusland vermengden zich niet het de orthodoxe Russen waarvoor overigens een overgang naar de orthodoxe staatskerk voorwaarde was. Zij behielden in Rusland en in [[Transsylvanië]] tot ver in de 19de eeuw speciale rechten. Na de [[Eerste Wereldoorlog]], toen hun woongebieden binnen nieuwe nationale staten terechtkwamen, verslechterde de minderheidspositie van deze Volksduitsers. In de [[Sovjet-Unie]] verloren ze al hun bezit door de collectivisering en in de andere staten van Midden-Europa werden ze gediscrimineerd, wat velen van hen in de armen van de [[nationaalsocialisme|nazi's]] zou gaan drijven. De afrekening voor deze collaboratie kwam na de bevrijding van Midden-Europa door het Sovjet-leger in de vorm van deportatie, onteigening en ontrechting. Ca. vijf miljoen Volksduitsers zijn na 1944 verdreven, zie de [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]] en ook [[Democide|Etnische Zuivering]].
 
=== Volksduitsers in Amerika ===
Een andere groep Volksduitsers emigreerde naar de Nieuwe Wereld: vijftien miljoen Duitstaligen vonden vanaf het midden van de 18de eeuw daar hun toekomst. In Zuid-Amerika, vooral in het zuiden van Brazilië, wisten zij lange tijd, en in een aantal kolonies tot op vandaag de dag hun eigen cultuur te bewaren omdat hun afstand tot de Latijns-amerikaanse cultuur groter was en de lutheranen en mennisten hun gemeenschappen apart van de katholieke 'mainstream' organiseerden. In Noord-Amerika, en ook in Australië, gingen zij in de steden vrij snel op in de 'melting pot'. In de vele honderden dorpen die zij vooral in het Midden-Westen hadden gesticht, vond assimilatie pas massaal plaats na de [[Eerste Wereldoorlog]], toen de Amerikaanse 'mainstream' de Duitse taal en cultuur als vijandig ging beschouwen. Tot die tijd waren de [[Duitse Amerikanen]] (Deutschamerikaner) de immigrantengroep met de meest ontwikkelde eigen identiteit gebleven. Hun omvangrijke Duitstalige pers, onderwijs en kerkelijk- en organisatieleven verdween echter na de 1918 in snel tempo, veel Duitstaligen verengelsten zelfs hun familienamen om niet langer de aandacht op hun afkomst te vestigen. Zie [[Duitse Amerikanen]].
 
== Na de Eerste Wereldoorlog ==
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Duitsland delen van zijn grondgebied aan België ([[Oostkantons]]), Frankrijk ([[Elzas-Lotharingen]]) en [[Polen]] (delen van Pruisen), terwijl het grondgebied van [[Oostenrijk-Hongarije]] werd verdeeld over zeven afzonderlijke landen. Het [[Sudetenland]] kwam bij [[Tsjecho-Slowakije]], [[Zuid-Tirol]] bij Italië, [[Galicië (Oost-Europa)|Galicië]] bij Polen en [[Transsylvanië]] bij Roemenië, terwijl ook in Hongarije een aanzienlijke Duitse minderheid leefde. Gevolg hiervan was dat niet alleen de verspreid wonende Duitse gemeenschappen in Oost-Europa en op de [[Balkan (schiereiland)|Balkan]] de band met het "moederland" verloren, maar ook dat vrijwel volledig Duitstalige regio's als Sudetenland en Zuid-Tirol onder andere staten kwamen te leven. In veel gevallen werden de Duitstaligen daar gediscrimineerd vanwege hun afkomst, dan wel werd hun taal achtergesteld in het onderwijs en de bureaucratie.
De aanduiding ‘Volksduitser’ was oorspronkelijk geen andere dan [[etniciteit|etnische]] Duitser (in tegenstelling tot Duits staatsburger), en sloeg in die zin op Duitstalige minderheidsgroepen buiten het Duitse Rijk. In de nationalistische literatuur en meer nog door de [[nazipropaganda|nationaalsocialistische propaganda]] is deze aanduiding gemunt en van een aureool voorzien. Dat heeft het woord een negatieve klank gegeven. De nazi’s zagen in de Volksduitsers een potentieel machtsmiddel. Zij zouden opgevoed moeten worden tot een, aan het Grootduitse Rijk trouwe gideonsbende in de te bezetten gebieden, en tot een vijfde colonne in de bevriende staten die daarmee hun soevereiniteit over een deel van hun bevolking moesten afstaan. Daarnaast vormden ze een groot militair potentieel. Hun verenigingswezen werd al in de jaren dertig vanuit Berlijn gesubsidieerd en genazificeerd. Vooral daar waar de Duitsers gediscrimineerd werden en dicht bij het vaderland woonden, had deze politiek succes. Van de [[Sudetenduitsers]] bijvoorbeeld stemde twee derde op de nazi-partij. Deze Volksduitsers steunden in grote mate het streven naar [[Anschluss]] van hun woongebieden, hetgeen leidde tot de ontmanteling van Tsjecho-Slowakije in 1938, overigens met instemming van de Europese politieke machthebbers die op dat moment de onhoudbaarheid van hun multi-nationale staatsconstructies inzagen.
 
== Tussen de wereldoorlogen ==
Regel 30:
 
== Tijdens de Tweede Wereldoorlog ==
Vlak voor en in de [[Tweede Wereldoorlog]] werden de Volksduitsers door de omwonende inheemse bevolking met toenemend wantrouwen beschouwd. Soms terecht, maar meestal ten onrechte werd hun collectief de rol van saboteur en verrader toegekend. Soldaten met een Volksduitse achtergrond en mensen met een leidende functie binnen de Duitstalige gemeenschap werden voorafgaand aan de Duitse inval geïnterneerd. Toen het Duitse leger in de zomer van [[1939]] over de grenzen trok, werden in Polen op grotere schaal huizen en winkels van Volksduitsers bestormd en geplunderd en lynchpartijen georganiseerd. Enkele duizenden lieten daarbij het leven en de nazi's zouden vervolgens daarin de rechtvaardiging zien voor hun excessieve geweld tegen de Polen en Joden. In de [[Sovjet-Unie]] werden de Russische Volksduitsers, met het oog op de binnentrekkende Duitse legers, preventief gedeporteerd. De meeste naar het Centraal-Aziatische [[Kazachstan]]. Het daarbij toepaste geweld kostte een op de drie het leven. Zie [[Rusland-Duitsers]].
 
In de door Duitsland bezette gebieden, met name de [[Baltische staten]], [[Polen]] en de Oekraïne, maar ook in de staten van de bondgenoten [[Slowakije]], [[Roemenië]], [[Kroatië]] en [[Hongarije]], sloten Volksduitsers zich, al dan niet vrijwillig, aan bij [[paramilitair|paramilitaire]] nazi-organisaties, die in overleg met Duitse autoriteiten werden opgezet. De Duitse bondgenootstaten Slowakije, Roemenië en Kroatië droegen hun Duitstalige staatsburgers over aan Berlijn, dat wi zeggen dat hun culturele leven en ook hun rechtspositie voortaan door Duitsland bepaald zouden worden. Hongarije liet zijn Duitstaligen vrij om daarvoor te kiezen. Terwijl dienstplichtige Volksduitsers in de Kroatische en Slowaakse legers eerst nog in eigen eenheden werden ondergebracht, kregen zij in Hongarije en Roemenië al vroeg de keus om, óf in de nationale legers te gaan dienen, óf onder "aantrekkelijke voorwaarden" in de [[Waffen-SS]] in te treden. Aan het einde van de oorlog legde [[Hitler]] hen het Duitse staatsburgerschap op. Toen de Belgische Oostkantons in [[1940]] (weer) bij Duitsland gevoegd werden en even later [[Elzas-Lotharingen]] volgde, werd de bevolking daar collectief van Volksduitsers 'gepromoveerd' tot [[Rijksduitser]], zoals zij dat voor 1919 geweest was. Daarmee viel zij onder de algemene Duitse militaire dienstplicht (zie ook [[Malgré-Nous]]). Dat gold ook voor de bevolking van het in 1942 geannexeerde [[Groothertogdom Luxemburg]].
 
== Aanverwante volkeren ==
 
Tegenover aanverwante [[Germanen|Germaanse]] volkeren hanteerde [[nazi-Duitsland]] dezelfde tactiek. Culturele verenigingen werden opgezet om [[pangermanisme|pangermanistische]] interesse te wekken voor het streven om in één nazistisch [[Groot-Duitsland]] samen te leven. De geplande kolonisatie van de bezette gebieden in Oost-Europa zou mede door deze volken bedreven moeten worden en wervingscampagnes werden opgezet om boeren daarvoor te interesseren. In België werden contacten met de [[Vlaamse Beweging]] gelegd via de [[DeVlag|Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft]], waaruit na de Duitse inval een politieke beweging ontstond. Ook in Nederland werd deze tactiek in de achterban van de [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]] toegepast: verhoudingsgewijs dienden veel Nederlandse vrijwilligers bij de [[Waffen-SS]] aan het [[Oostfront (Tweede Wereldoorlog)|oostfront]]. [[Zwitserland|Zwitserse]] Duitsers zagen in het algemeen weinig in het [[militarisme]] en [[antisemitisme]] van de nazi's. Toch hebben ook Zwitsers vrijwillig dienst genomen in de Waffen-SS, ondanks het feit dat ze daardoor hun staatsburgerschap verloren. Hetzelfde geldt overigens voor (niet-Duitstalige) Walen, Fransen, Scandinaviërs, Oekraïners en Esten, Letten en Litouwers.
 
== De Duitse minderheden heden ten dage ==
[[Afbeelding:Legal statuses of German in Europe.svg|350px|thumb|left|Duitse taalgebied tegenwoordig.]]
 
Duits, vanaf de middeleeuwen tot 1945 de internationale verkeerstaal van Midden-Europa, is sindsdien een uit het openbare leven verdwenen taal in voormalige Duitse gebieden en overigens ook in de rest van het huidige Polen, in Tsjechië, in Slowakije en in de Russische Oblast Kaliningrad. Aan het [[einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa]] zagen vele miljoenen Volksduitsers, net als de Rijksduitsers, zich door het oorlogsgeweld van het naderende Sovjetleger gedwongen in westelijke richting te vluchten. De helft bleef echter achter in hun geboortestreken, waar hen terreur en deportatie door het Rode Leger en de nationale milities te wachten stond. De exil-regering van [[Edvard Beneš|Edvard Benes]] in Londen wees in [[1943]] alle drie miljoen [[Sudeten-Duitsers|Sudetenduitsers]] uit, vanwege hun landverraad dat het [[Verdrag van München]] in [[1938]] mogelijk had gemaakt. Dit internationaal gesloten verdrag werd toen ook herroepen door Frankrijk en Engeland, die daarmee hun eigen verraad ‘goedmaakten’. Polen en de Sovjet-Unie volgden eenzelfde uitwijzingspolitiek, waarbij het in het geval van Polen niet alleen om de Duitse minderheden op vooroorlogs Pools grondgebied - een half miljoen - zou gaan, maar ook om de negen miljoen Duitse staatsburgers die uit de te annexeren Duitse provincies ([[Pommeren]], [[Silezië]] en [[Oost-Pruisen]]) verwijderd moesten worden. Polen wilde wel hun land maar henzelf niet, want dat zou betekenen dat een vierde deel van de Poolse staatsbevolking uit Duitsers zou komen te bestaan. [[Joegoslavië]] wees zijn Duitse minderheid - een half miljoen - in haar geheel uit, voor zover zij al niet was gevlucht. Ook Hongarije en Roemenië mochten van de geallieerden, volgens de afspraken gemaakt op de [[Conferentie van Potsdam]], een deel van hun Duitse minderheden - elk ca. 200.000 - uitwijzen. De veroordeling van de Duitse minderheden voor [[collaboratie]] was in dat geval dubieus want deze staten waren in de oorlog bondgenoten van Duitsland geweest en hadden zelf bij het isoleren van hun Volksduitse minderheden, Duitse instanties en met name Duitse militaire autoriteiten de vrije hand gegeven. Na de oorlog waren de Duitsers echter een voor de hand liggende zondebok. In deze landen werden grote aantallen dwangarbeiders door de Sovjet-autoriteiten opgeëist om ingezet te worden bij het herstellen van de oorlogsschade in de [[Sovjet-Unie]]. Dit als herstelbetaling voor de samenwerking van de Hongaarse, Slowaakse en Roemeense legers met de Duitse [[Wehrmacht]]. De betrokken landen wezen voor deze dwangarbeid bij voorkeur leden van de Duitse minderheden aan. Na verloop van tijd werden de weinige overlevenden desgewenst naar [[Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|West-Duitsland]] uitgewezen.
 
Deze gebeurtenissen stonden op gespannen voet met de tezelfdertijd afgekondigde [[Universele verklaring van de rechten van de mens]]. Een discussie over de humanitaire rechtmatigheid van een collectieve schuld en veroordeling op nationale en etnische grond, en een vergelijking met soortgelijke etnische en nationale zuiveringen werd tot dusverre als politiek niet correct, zo veel mogelijk vermeden. Zie [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]].
 
Niet overal werden de Volksduitse minderheden totaal geëlimineerd. In Hongarije is de helft verdreven en zijn de overigen onder druk grotendeels geassimileerd. In Polen was het gebruik van de Duitse taal na 1945 in het openbare leven strafrechtelijk verboden. Daar vertrokken, als gevolg van bilaterale afspraken met de Bondsrepubliek, tussen 1950 en 1995 anderhalf miljoen 'Duitsers' waarvan er overigens zeer veel Poolstalig waren. Anno 2010 zijn er in Polen nog ruim een half miljoen mensen vanmet een Duitse afkomstidentiteit over. Uit Roemenië, waar de Duitse cultuurgemeenschap mocht blijven bestaan, vertrokken een half miljoen mensen, vooral en overhaast in de jaren negentig, na de val van het [[Nicolai Ceausescu|Ceausescu-regime]]. Uit de voormalige Sovjet-Unie vertrokken er meer dan anderhalf miljoen, eveneens vooral na 1990. Voor zover het elimineren van de Volksduitse minderheden de vorm heeft aangenomen van een gewelddadige verwijdering en als zodanig een etnischetnische zuivering was, vindt men in [[Etnische zuivering]] een getalsmatige becijfering.
 
In West-Europa hebben alleen de Duitstalige minderheden in België en Denemarken zich kunnen handhaven. Nadat Elzas-Lotharingen weer toeviel aan Frankrijk werd daar de politiek van [[verfransing]], via het onderwijs, met succes hervat. Alleen in het gezinsmilieu en de dorpsgemeenschap speelt het oorspronkelijk Duitse dialect daar nog een kleine en afnemende rol.