Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 60:
== Wiskundeonderwijs ==
{{zie ook|Voor het vak zoals dit in het Nederlands voortgezet onderwijs onderwezen wordt, zie [[Wiskunde (schoolvak in Nederland)]]}}
Wiskunde maakt een vast onderdeel uit van de vakken die men in het [[basisonderwijs|basis-]] en [[voortgezet onderwijs]] aangeboden krijgt. In het basisonderwijs bestaat het vooral uit tellen, rekenen en eenvoudige meetkunde. In het voortgezet onderwijs is er veelal aandacht voor meer meetkunde, analyse, eenvoudige algebra, kansrekening en statistiek. Afhankelijk van het niveau en van het land kunnen echter ook allerlei andere onderwerpen aan bod komen. In het algemeen blijft het wiskundeonderwijs echter beperkt tot het inzetten van toepassingen. Het geven van bewijzen is in het algemeen voorbehouden aan het hoogste onderwijsniveau. Er zijn echter flinke internationale verschillen. Op universiteitsniveau komt wat soms ook wel aangeduid wordt met de populaire term '[[hogere wiskunde]]' aan bod. Hier wordt dieper ingegaan op de wiskunde die ook op middelbare scholen wordt onderwezen, maar er komen ook geheel nieuwe gebieden en onderwerpen aan bod.
 
Ook heel verschillend is de gebruikte didactiek. Van oudsher werd de wiskunde heel ''kaal'' aan kinderen aangeboden. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd echter steeds meer nadruk gelegd op het belang van ''context'' in de wiskunde, dat wil zeggen dat er een verband werd gelegd met een vraagstuk in de echte wereld. Een van de motoren achter het verbeteren van wiskundeonderwijs door onder andere het gebruik van context is de [[Nederland]]s-[[Duitsland|Duitse]] wiskundige [[Hans Freudenthal]].