Naafversnelling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KeesDoe (overleg | bijdragen)
Grootte van de versnelling.
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Een naafversnelling werkt met een systeem van [[tandwiel]]en, een [[planeetwielmechanisme]]. Door het manipuleren van de [[versteller (fiets)|versteller]] aan het stuur, die via een [[bowdenkabel]] met het [[mechanisme]] is verbonden, worden de tandwielen geschakeld en verandert de [[overbrenging]], de versnellingsratio, en dus de versnelling. Er bestaan ook naven die worden bediend door even terug te trappen.
 
De basis van het [[planeetwielmechanisme]] (=epiclyclischepicyclisch systeem of planetair stelsel) komt uit uurwerken en werd al voor 1800 als schakelsysteem in stoommachines toegepast. De Crypto trapas voor de Hoge Bi (1878) was het eerste planetair stelsel in de fietstechniek; het had twee standen: een directe aandrijving en een versnelling. Met de komst van de kettingaandrijving, kan naafversnelling in de achternaaf worden toegepast.
 
Epicyclische systemen zijn gebaseerd op het rollerprincipe; als we een plank (zwart) op twee rollen (blauw) leggen, zal de rol na een omwenteling over de bodem (geel) de omtrek 2.π.r hebben afgelegd. Het draaipunt van de plank op de ondergrond gaat rond de straal d, en legt de afstand 2.π.d af, twee maal zoveel dus. Dat lijkt misschien even vreemd, maar anders zou je een kast op twee losse rollers door het huis kunnen verplaatsen. We voorzien alles van tanden, en rollen de bodem en de plank op tot een cirkel. Een planetair stelsel bestaat uit: een zonnewiel (geel), de planeetwielen (blauw) worden gekoppeld met stalen frame: de planeetwieldrager (rood), en een overkoepelend ringwiel (zwart). N.B. Het zonnewiel staat stil en de planeetwieldrager draait langzamer dan het ringwiel.