Nationale Strippenkaart: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →Reductie: Link ingevoegd Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
|||
Regel 8:
De [[Nationale vierrittenkaart]] in de jaren zeventig maakte dit deels niet meer nodig. Deze kaart kon in elke stad van Nederland worden gebruikt, maar alleen voor stadsritten en niet voor het streekvervoer.
Toen in de jaren zeventig de [[Rijksoverheid]] de tekorten van de vervoersbedrijven overnam, eiste zij ook zeggenschap over de tarieven.<ref>Minister van Verkeer en Waterstaat. (1979, 7 mei). Tarievenplan openbaar vervoer. Brief nr. 2 aan de Tweede Kamer, dossier nr. 15572, vergaderjaar 1978-1979.</ref>
In 1980 werden de kaartjes in het stads- en streekvervoer geheel geharmoniseerd: de toenmalige minister [[Danny Tuijnman|Tuijnman]] van Verkeer en Waterstaat van [[Kabinet-Van Agt I|Kabinet Van Agt]] voert op 8 mei 1980 de Nationale Strippenkaart in. Aanvankelijk bestond alleen de 15-strippenkaart die voor vijf gulden kan worden aangeschaft.
Regel 14:
Om het publiek kennis te laten maken met de strippenkaart was uitgebreide voorlichting noodzakelijk. Daarom werd er door [[Postbus 51]] een voorlichtingsspotje uitgezonden waarin het komische duo [[De Mounties]] de strippenkaart probeerde. De leus van de reclamecampagne was ''Overal, Overal'' (met de strippenkaart kom je overal). Volkszanger [[Sjakie Schram]] bracht zelfs een single met de titel ''Overal met je strippenkaart'' uit om deze bij het publiek bekend te maken.
Op 1 oktober 1980 werd de strippenkaart landelijk ingevoerd - met uitzondering van [[Den Haag]] - en verdwenen de eigen kaartjes. De 15-strippenkaart kostte toen ƒ 5,35. Bij het streekvervoer kwam het retourtje te vervallen. Gelijktijdig werd het [[Sterabonnement]] ingevoerd. Samen vormden deze de [[Nationale vervoerbewijzen]] (NVB), voorheen bekend als het Nationaal Tarief Systeem (NTS).
=== Voor- en nadeel ===
|