Jacobus Bellamy: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting Labels: Visuele tekstverwerker Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website |
||
Regel 1:
'''Jacobus Bellamy''' (of '''Bellami)<ref>tot februari 1785 spelt de dichter zijn eigen naam als Bellami, daarna consequent als Bellamy.</ref>''', pseudoniem '''
▲'''Jacobus Bellamy''' (of '''Bellami)<ref>tot februari 1785 spelt de dichter zijn eigen naam als Bellami, daarna consequent als Bellamy.</ref>''', pseudoniem '''Zelandus''' ([[Vlissingen]], [[12 november]] [[1757]] - [[Utrecht (stad)|Utrecht]], [[11 maart]] [[1786]]) was een [[Nederlands]] [[dichter]]. Eén van zijn bekendste werken is ''Roosje''.
Jacobus Bellamy was een zoon van de chercher Jacques Bellami jr. en Sara Hoefnagel. Zijn vader overleed al toen Jacobus 4 jaar was.<ref>[http://dbnl.nl/tekst/bell002geza01_01/bell002geza01_01_0001.php Gezangen mijner jeugd]</ref> Zijn in Zwitserland geboren grootvader Jacques Bellami sr. kwam vervolgens bij het gezin inwonen.<ref>Nijland, J.A. (1917) [http://www.dbnl.org/tekst/nijl002leve01_01/nijl002leve01_01_0003.php
▲Jacobus Bellamy was een zoon van de chercher Jacques Bellami jr. en Sara Hoefnagel. Zijn vader overleed al toen Jacobus 4 jaar was.<ref>[http://dbnl.nl/tekst/bell002geza01_01/bell002geza01_01_0001.php Gezangen mijner jeugd]</ref> Zijn in Zwitserland geboren grootvader Jacques Bellami sr. kwam vervolgens bij het gezin inwonen.<ref>Nijland, J.A. (1917) [http://www.dbnl.org/tekst/nijl002leve01_01/nijl002leve01_01_0003.php ''Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786)''] Leiden: E.J. Brill.</ref> Vanaf zijn twaalfde moest Jacobus mede de kost verdienen als bakkersknecht. Tijdens dit werk, dat hem meer en meer tegen begon te staan, begon hij een voorliefde te ontwikkelen voor dichten. Zijn grote voorbeelden uit die tijd waren [[Joannes Antonides van der Goes|Joannes Antonides]], Jakob Zeeus en [[Hubert Kornelisz. Poot]]. Het dichten gaf hem troost tijdens zijn sombere momenten.
In 1777 beval dominee [[Jona Willem te Water]] hem aan bij een dichtgenootschap. Niet veel later werd Jacobus verliefd op zijn Francina - Fransje (of Fillis) - Baane. Zij verloofde zich echter in 1779 met een ander. In datzelfde jaar werd hij, met steun van dominee Te Water toegelaten tot de predikantenopleiding en werd hij lid van het Haagse dichtgenootschap ''"
[[File:Portret van Jacobus Bellamy.jpg|thumb|links|Portret van Bellamy door Antoine Jan van Mansvelt. Collectie: [[Zeeuws maritiem muZEEum]].]]
Aan het einde van 1781, na twee jaar privélessen van rector Didericus van Cruysselbergen, werd Jacobus toegelaten op de [[Universiteit van Utrecht]]. Dominee Te Water was inmiddels overleden en vanaf dat moment kwam de financiële steun van [[Nicolaas Cornelis Lambrechtsen]]. In Utrecht wist hij in 1782 zijn eerste dichtbundel te laten uitgeven onder de titel ''Gezangen mijner jeugd''.
|