Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Linkonderhoud
Japiobot (overleg | bijdragen)
zie Wikipedia:Verzoekpagina voor bots, replaced: jaren '40 → jaren 40 met AWB
Regel 9:
De belangrijkste opdracht van de RVA is het bepalen van het recht op en de omvang van uitkeringen voor onvrijwillige werkloosheid (werkloosheids-, wacht- en overbruggingsuitkeringen). De werkloosheidsuitkeringen worden aan de werkloze betaald door zogenaamde ''uitbetalingsinstellingen'': de openbare hulpkas [[Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen|HVW]] of de werkloosheidsdienst van de drie vakbonden die voor die taak erkend zijn ([[Algemeen Belgisch Vakverbond|ABVV]], [[Algemeen Christelijk Vakverbond|ACV]] en [[Algemene Centrale der Liberale Vakbonden Van België|ACLVB]]). Zo'n uitbetalingsinstelling fungeert voor de werkloze ook als zijn woordvoerder bij de RVA: ze deelt de persoonlijke situatie mee (alleenstaande, werknemer met gezinslast of samenwonende), maakt zijn aanvraag om een uitkering over, bemiddelt bij geschillen met de RVA over de uitkering.
 
Het werken met uitbetalingsinstellingen als tussenschakel tussen de werkloze en de RVA heeft historische redenen. De moderne werkloosheidsverzekering gaat terug op de werkloosheidskassen van de vakbonden aan het begin van de 20e eeuw. Na de Tweede Wereldoorlog werd de werkloosheidsverzekering genationaliseerd (Besluitwet van 28 november 1944), maar in het klimaat van de jaren '40, dat gericht was sociale rust en herstel, wilde men de historische rol van de vakbonden behouden. Om echter te vermijden dat men als werkloze verplicht zou worden om lid van een vakbond te worden, heeft men in 1952 de openbare Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW) opgericht.
 
Een tweede belangrijke taak van de RVA is het toezicht op de naleving van de voorwaarden om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen en de controle van de door de uitbetalingsinstellingen verrichte werkloosheidsuitkeringen. Daarbij voert de RVA niet alleen het onderzoek, maar legt ook zelf administratieve sancties op onder de vorm van uitsluitingen, gaande van één week tot volledige uitsluiting.