Orbitaal: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gunmhoine (overleg | bijdragen)
Gunmhoine (overleg | bijdragen)
Regel 22:
Het eenvoudigste orbitaal is een s-orbitaal. Dit is bolvormig.
 
De golffunctie van het laagste s-orbitaal (1s) heeft overal hetzelfde teken, zodat het orbitaal geheel aaneengesloten is. Het maximum van de van de waarschijnlijkheidsdichtheid ligt ''op de kern'' van het atoom en de kansdichtheid neemt af met toenemende afstand tot de kern. Er is dus maar één knoopvlak: voor r is oneindig.
 
De 2s en hogere orbitalen hebben additionele [[knoopvlak]]ken, vlakken waar de golffunctie door nul gaat. De knoopvlakken van de 2s, 3s enzovoorts zijn concentrische boloppervlakken. Het totaal aantal knoopvlakken wordt gegeven door het quantumgetal n, dat de waarden 1, 2, 3, ... kan bereiken.
 
De kans om een elektron op een punt van zo'n bolvormig knoopvlak aan te treffen is nul, maar dat is ''overal'' het geval. Immers de golffunctie geeft niet de waarschijnlijkheid, maar de waarschijnlijkheidsdichtheid aan.<ref>Er bestaat veel verwarring en misvattingen op dit punt, hoewel waarschijnlijkheid en waarschijnlijkheidsdichtheid zo verschillend zijn als snelheid en afgelegde weg. Er is beslist geen reden aan te nemen dat het puntvormige elektron -dat niet puntvormig is- door het knoopvlak moet tunnelen. Om de waarschijnlijkheid te berekenen moeten we nog over een eindig 3D volume integreren en dat levert altijd wat op, '''ook''' als het knoopvlak er doorheen loopt. </ref>