Gebeurtenis (relativiteit): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
In de gewone betekenis is een '''gebeurtenis''' bijvoorbeeld een glas dat stukvalt, of een ontmoeting van twee personen. In het eenvoudigste geval, en bij benadering, vindt een gebeurtenis plaats op één plaats en één tijd. Dit is een idealisering, een echte gebeurtenis heeft altijd een uitgestrektheid groter dan nul, zowel in ruimte als in tijd.<ref>Leo Sartori (1996), Understanding relativity: a simplified approach to Einstein's theories, University of California Press, ISBN 0520200292, p 9</ref>
 
In de [[relativiteitstheorie]] zijn een plaats en een tijd relatief, de ruimtecoördinaten en de tijd hangen af van het [[inertiaalstelsel]]. Een welgedefinieerde entiteit is echter een plaatstijdpositie[[ruimtetijdpositie]], (ook wel ruimtetijdpositie genoemd, punt in de [[ruimtetijd]], [[positie-viervector]], punt in de [[Minkowski-ruimte]]), zelf ook wel ''gebeurtenis'' genoemd.<ref>A.P. French (1968), Special Relativity, MIT Introductory Physics Series, CRC Press, ISBN 0748764224, p 86</ref>. Deze wordt voorgesteld door een punt in een [[Minkowski-diagram]], vooral in het vereenvoudigde geval waarin ruimtelijk alles zich afspeelt op een lijn (dus eendimensionaal), zodat de ruimtetijd tweedimensionaal is. Voor een gegeven inertiaalstelsel zijn er ruimteassen en een tijdas, op basis waarvan met de ruimtetijdpositie ruimtecoördinaten en een tijd corresponderen.
 
Eén van de doelstellingen van algemene relativiteit is te bepalen of twee gebeurtenissen elkaar kunnen beïnvloeden. Met behulp van de [[minkowskitensor]], kan men bepalen of twee gebeurtenissen gescheiden zijn door een tijds-, ruimte-, of lichtachtig interval. Alleen in het geval van een licht- of tijdachtige scheiding kunnen twee gebeurtenissen elkaar beïnvloeden.