Kasteel Poilvache: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
In [[1199]] verkreeg [[Ermesinde II van Namen|Ermesinde van Luxemburg]] bij de dood van haar vader [[Hendrik de Blinde]] een deel van het graafschap Namen, gelegen op de rechter oever van de Maas, waartoe ook het kasteel behoorde. Ermesinde, die voor de tweede maal getrouwd was met [[Walram III van Limburg]] (1180 - 1226), schonk het kasteel aan Isabella van Bar, een dochter uit haar eerste huwelijk (met [[Theobald I van Bar]]) na de dood van Walram. In deze periode werd het versterkt en groeide het uit tot een echt politiek en militair centrum. Isabella's agressieve echtgenoot, [[Walram III van Monschau|Walram]] van [[Monschau]], verbrak immers een vredesverdrag met de Luikse prins-bisschop [[Johan II van Rummen]] (1229 - 1238) die zijn leger uitstuurde om het kasteel te belegeren. De Luikse troepen leden in [[1238]] een smadelijke nederlaag en moesten de aftocht blazen, nadat hun prins-bisschop ziek was geworden en in Dinant overleed.
 
Na de dood van haar echtgenoot schonk Isabella in [[1254]] haar kasteel van Méraude aan haar halfbroer [[Hendrik V van Luxemburg|Hendrik de Blonde]], waardoor het opnieuw in Luxemburgse handen kwam. Hendrik liet het bestuur van de kastelnij over aan een plaatsvervangend [[Provoost (persoon)|provoost]] (prévôt).
 
Pas onder de regering van kleinzoon [[keizer Hendrik VII|Hendrik VII]] begon de bloeiperiode van Poilvache, dat de grootste burcht van de Maasvallei werd. Deze vorst ontdekte het uitzonderlijke belang van de vesting: zij lag op een boogscheut van de industriesteden [[Dinant]] ([[prinsbisdom Luik]]) en [[Bouvignes]] ([[graafschap Namen]]) en beheerste het handelsverkeer op de Maas in beide richtingen, naar Luik én naar Frankrijk. Hendrik liet de kans op extra inkomsten niet onbenut, en installeerde, vermoedelijk in [[1296]], een muntslagerij binnen de veilige muren van Poilvache, dat uitgroeide tot een heuse nederzetting, bewoond door [[edelsmid|edelsmeden]] en [[muntslager]]s met hun families. De munten die uit de ateliers van Poilvache kwamen (en het opschrift Moneta Meraudensis) droegen waren een gewild betaalmiddel in het [[hertogdom Brabant]], het graafschap Namen en het prinsbisdom Luik.<br />Op kerkelijk vlak hing de nederzetting van Poilvache af van de [[abdij van Floreffe]].