Kasteel Poilvache: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 21:
De hele omgeving had erg te lijden onder de bloedige veten tussen Dinant en Bouvignes. Rond 1312 veroverden de Dinantezen de vesting en brachten ze zware schade toe.
 
In [[1342]] kwam Poilvache opnieuw in handen van de graven van Namen, toen graaf van Luxemburg, [[Jan de Blinde]], het verkocht aan [[Maria van Artesië]] (de weduwe van graaf [[Jan I van Namen]]), die het op haar beurt in [[1353]] schonk aan haar zoon [[Willem I van Namen|Willem (I)]]. Maar zijn zoon [[Jan III van Namen|Jan III]] zou in [[1421]] het hele graafschap, inclusief Poilvache, verkopen aan de [[Bourgondische hertogen|Bourgondische hertog]] [[Filips de Goede]].
 
Uit vrees dat de traditionele geschillen tussen Luik en Namen opnieuw tot een oorlog zouden leiden, liet Filips de Goede grootscheeps verdedigingswerken uitvoeren. Dit was blijkbaar tevergeefs, want in de zomer van 1430 kwam [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik|prins-bisschop]] [[Jan van Heinsberg|Johan VIII van Heynsberg]] met een groot leger van 30.000 man, versterkt met manschappen uit Dinant en [[Hoei]], Poilvache belegeren. Ondanks het heldhaftig verzet van de belegerden, was de vesting niet bestand tegen het zware Luikse geschut. Om zich ervan de verzekeren dat Poilvache nooit meer een bedreiging zou vormen voor zijn ondernemende stad Dinant, liet de prins-bisschop de vesting ontmantelen en de gebouwen met de grond gelijkmaken.
 
In [[1554]] tenslotte vernielden de binnenvallende Franse troepen van koning [[Hendrik II van Frankrijk|Hendrik II]] wat er nog restte van het eens zo machtige Poilvache. Het [[gilde (beroepsgroep)|gilde]] van muntslagers overleefde nog een tijdje de sluiting van hun werkplaatsen en de verwoesting van het kasteel, tot ze door [[Filips II van Spanje|Filips II]] in [[1598]] opgeheven werd.