Snaphaan (wapen): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Okars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Okars (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Image:Charleville_1866.jpg|thumb|right|Snaphaan van het model 'Charleville modèle 1766'. Dit wapen zou model staan voor Nederlandse geweren tot ver in de 19e eeuw]]
Een '''snaphaan''', '''vuursteenmusketvuursteengeweer''' of '''vuursteengeweervuursteenmusket''' is een gladloops vuurwapen[[voorlader|voorlaad]][[geweer]] dat aanin hetde tweede eindhelft van de [[zeventiende_eeuw|zeventiende eeuw]], inde gebruikgehele werd[[achttiende_eeuw|achttiende genomeneeuw]] en totde 1848eerste helft van de [[negentiende_eeuw|negentiende eeuw]] het standaardwapen van de Nederlandse infanterist is geblevenwas. Daarna werd het in de meeste landen vervangen door het [[percussiegeweer]] of slaggeweer.
 
DeHet snaphaanwapen was de opvolger, en doorontwikkeling, van het [[musket]]. Het grootste verschil was het ontstekingsmechanisme: het musket had een [[lontslot]] (of bij uitzondering een [[radslot]]); de snaphaan had een [[snaphaanslot]] (waaraan het wapen zijn naam ontleende) en later een [[vuursteenslot]]. Dit afvuurmechanisme maakte het mogelijk om het wapen veel sneller te laden. Een geoefend musketier kon één á twee schoten per minuut lossen met een lontslotmusket; een geoefend soldaat met een snaphaan kon er drie á vier lossen. Ook was het wapen over het algemeen lichter en slanker dan het musket. Het kaliber was grotendeels hetzelfde en varieerde van 17 millimeter tot 21 millimeter. Het effectieve bereik was, net als het musket, zo'n 60 meter.
 
== Etymologie ==
De term ''snaphaan'' bleef tot halverwege de negentiende eeuw in gebruik; daarna werd het wapen aangeduid met ''schietgeweer''<ref>ter onderscheid van het ''zijgeweer'', oftewel de sabel, degen of ander blank wapen</ref> en uiteindelijk ''geweer''.
Het leger van de [[Republiek_der_Zeven_Verenigde_Nederlanden|Republiek der Nederlanden]] introduceerde de term ''snaphaan'' voor het wapen, om het te onderscheiden van het toen nog eveneens in gebruik zijnde ''musket''. In Frankrijk gebeurde iets soortgelijks; daar werd het wapen met ''fusil'' aangeduid en snaphaanschutters met ''fusiliers''. Deze term werd ook in Nederland, in de vorm ''fuselier'', toegepast. In Duitsland werd het wapen ''flinte'' genoemd, maar Engelstalige landen bleven de term ''musket'' gebruiken.
 
De benaming kan verwijzen naar de haan; deze maakt tijdens het vuren een slaande beweging naar voren, ''snappen'', wat mede door de gebogen vorm van de haan, gelijkenissen kan vertonen met het pikken van een snavel.<ref>http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/snaphaan</ref>
 
De term ''snaphaan'' werd in Nederland uiteindelijk vervangen door de term ''geweer'' . Het woord ''schietgeweer''<ref>ter onderscheid van het ''zijgeweer'', oftewel de sabel, degen of ander blank wapen</ref> was al een algemene term voor militaire vuurwapens (inclusief pistolen), maar werd uiteindelijk synoniem voor het lange schoudervuurwapen van de infanterist. De term ''geweer'' zou uiteindelijk alle schoudervuurwapens (op de karabijn na) gaan omvatten.
== Werking ==
[[bestand:Flintlock_ignition_movie.gif|thumb|Werking van het vuursteenslot]]
Een [[vuursteenslot]] in ruststand heeft een ontspannen haan en een openstaande kruitpan. Het kruitdeksel, met het rechtopstaande staal daaraan verbonden, is naar voren geklapt. Dit is ook de stand van het vuursteenslot direct na het vuren.
 
De eerste handeling is het naar achteren bewegen van de haan, totdat deze in de zogenaamde ruststand vastklikt. Dit is een veiligheidsstand; de haan kan dan niet met de trekker worden ontspannen. Hierna laadt de schutter de kruitpan met hetzij [[Buskruit|pankruit]] uit een kruithoorn, hetzij een weinig kruit uit een [[Patroon_(munitie)|patroon]]; een papieren zak met daarin het [[Buskruit|kruit]] en de [[Kogel_(munitie)|kogel]]. De kruitpan wordt daarna gesloten door het deksel naar achteren te klappen. Vervolgens wordt de rest van het kruit in de loop gegoten, gevolgd door de papieren patroon (met daarin de kogel). De lading wordt daarna met de laadstok naar beneden gestampt tot deze geheel achterin de loop zit. De laadstok wordt daarna weer onder de hengsels van de loop opgeborgen. De haan wordt vervolgens door de schutter geheel naar achteren getrokken tot deze in de vuurstand vastklikt. De snaphaan is nu vuurgereed en kan door de trekker over te halen, worden afgeschoten.<ref>Uit: ''Geredresseerde ordre op de handeling van de snaphaan beneevens de explicatie , beginnende wanneer deselve op de schouder gehouden werd met de Bajonnet op de loop'', 1749</ref>
 
{{Appendix}}