Verloskundige: verschil tussen versies

Onder de naam vroedvrouw is het een zeer oud beroep. Het beroep wordt genoemd in de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] in het boek [[Genesis (boek)|Genesis]], onder meer waar Rachel bevalt van haar zoon Benjamin. Door de eeuwen heen is het vaak de vroedvrouw geweest die de zwangere heeft bijgestaan. Van de Griekse arts [[Hippocrates]] is bekend dat hij les gaf aan vroedvrouwen. De arts Hendricus van Deventer (1651-1737) wordt wel de grondlegger van de verloskunde in Nederland genoemd. Hij was ook gehuwd met een vroedvrouw. Hij schreef onder meer De Dageraet der Vroedvrouwen en Novum Lumen Obstetricantium (1701), wat ook in het Duits, Frans en Engels werd vertaald. In het Nederlands verscheen het onder de titel Manuale Operatien, zijnde een Nieuw Ligt voor Vroedmeesters en Vroedvrouwen. Tegen het einde van de zeventiende eeuw kwam er in verschillende steden een opleiding tot vroedvrouw. In 1865 kwam de eerste wet die het ambt van de vroedvrouw omschreef. De [[Universiteit van Amsterdam]] benoemde de hoogleraar hector [[Treub]] in 1896 als eerste professor in de verloskunde. Twee jaar later verscheen zijn eerste leerboek der verloskunde.