Echo & the Bunnymen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 9:
Toen de band in [[1980]] zijn debuutalbum ''Crocodiles'' uitbracht, was de drummachine al vervangen door drummer Pete de Freitas. Crocodiles verscheen in 1980 en was een verpletterend debuut. Pakkende songs met de krachtige stem van McCulloch en de zo herkenbare gitaar van Sergeant voortgestuwd door de geoliede ritmesectie van Pattinson en De Freitas. Het geluid was een unieke mix van het typische new wave geluid uit die jaren gemengd met Doors-achtige psychedelica. Rescue werd een hit in de UK. Hun tweede album ''Heaven Up Here'' haalde de top tien in het Verenigd Koninkrijk en werd in de new-wave-scene een hit. Dit donker getoonzette album was zonodig nog sterker dan het debuut al ontbraken echte singles. Vooral in de UK, maar ook op het vasteland van Europa vestigde de band een grote livereputatie. Bunnymen concerten waren episch en werden visueel ondersteund door camouflagenetten en veel rook. De band begon vervolgens aan het derde album ''Porcupine'' uit [[1983]]. Een moeilijke bevalling en ook een lastiger album om te doorgronden. Wel stonden twee grote Bunnymenclassics op dit album: The Back Of Love en The Cutter. Voor het vierde album werd een andere aanpak gekozen. Dit album (Ocean Rain) verscheen in 1984 en was met strijkers en orkestratie veel rijker van geluid en bijna romantisch van opzet. ''Ocean Rain'' was voor velen het topalbum van de band. Zanger McCulloch was het daar zeker mee eens: the best album ever made, met ook nog eens the best song ever made: The Killing Moon (later gebruikt in de soundtrack voor de film ''[[Donnie Darko]]''). Andere singles waren "Silver" en "Seven Seas". Na dit grote succes hield de band met de single "Bring on the Dancing Horses" contact met zijn publiek, ook toen ze eind jaren '80 een korte pauze inlasten. In [[Nederland]] reikten de singles "Seven Seas" en "Bring on the Dancing Horses" niet verder dan de [[Tipparade]]. Hun vijfde album ''Echo & The Bunnymen'' (ook wel the grey album genoemd) uit [[1987]] was een klein [[Verenigde Staten|Amerikaans]] succes. De spanningen in de band liepen op en dit wat al te gepolijste album bleek de zwanenzang voor de originele bezetting. Met de eerste vijf albums had de band wel haar naam voor eeuwig gevestigd als een van de vaandeldragers van de new wave. Het is ook vooral deze periode waar bands als Oasis en Coldplay aan refereren als ze de groep als inspiratie noemen.
 
=== Tussenperiode 1988-1996===
McCulloch verliet de band in [[1988]]. De Freitas kwam een jaar later tragisch om bij een motorongeluk. De overgebleven leden besloten door te gaan met de band, en Noel Burke (voorheen zanger van St. Vitus Dance) werd gevraagd om McCulloch te vervangen. Ze brachten een album uit (''Reverberation'') maar dat werd door de fans met slechts matig enthousiasme ontvangen: ondanks de herkenbare Bunnymen instrumentatie miste men het typerende stemgeluid van McCulloch. Burke, Sergeant en Pattinson besloten een punt te zetten achter hun samenwerking. Ian McCulloch was inmiddels een solocarriere gestart en had twee redelijk succesvolle albums uitgebracht (het zeer persoonlijke Candleland en Mysterio). Sergeant en McCulloch kwamen weer tot elkaar en vormden samen de band Electrafixion. Onder deze naam werd een album uitgebracht (Burned) en ook getourd. Het geluid van Electrafixion week enigszins af van dat van de Bunnymen, vooral het gitaargeluid van Sergeant klonk zwaarder. Het plezier in het spelen kwam weer terug en ook persoonlijk groeiden McCulloch en Sergeant weer naar elkaar toe.
 
=== Comeback ===