Engelse Burgeroorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Peve (overleg | bijdragen)
Peve (overleg | bijdragen)
Regel 37:
In 1628 was Karel I evenwel uit geldnood verplicht het parlement weer bijeen te roepen. Als voorwaarde voor het goedkeuren van de belastingen stelden de parlementsleden een ‘Petition of Right’ op waarbij ze naar de [[Magna Carta]] verwezen en een aantal fundamentele rechten voor de burgers vastlegden. Met tegenzin zou de koning dit aanvaarden.
 
De [[puriteinen]], die een invloedrijke minderheid in het parlement vertegenwoordigden, waren in toenemende mate ontevreden over de houding van de koning in religieuze aangelegenheden. Zo had hij [[William Laud]], een notoir tegenstander van de puriteinen en verdediger van de ‘schandalige leer’ als zou de [[Kerk van Rome]] een van de ware kerken van het [[christendom]] zijn, benoemd tot bisschop van [[Londen]]. Een van Lauds naaste medestanders werd aangesteld als [[Dean of the Chapel Royal|deken]] van de [[Koninklijke Kapel]]. De koning zelf bleek hen geprovoceerd te hebben door te verklaren dat het parlement zich niet moest inlaten met de zaken van de [[Engelse Kerk]].
 
Het is in deze sfeer dat het parlement weigerde het recht van de Kroon op zijn traditionele inkomsten te bevestigen zolang het geen debat gevoerd heeft over de resolutie dat ‘de zaken van de wereldse vorst moeten wijken voor de zaken van de hemelse vorst’. Karel I vond dat hij moest handelen en vroeg het parlement met reces te gaan. Omdat ze dit luidruchtig weigerden, stuurde hij op [[3 maart]] [[1629]] het parlement naar huis. Hij zou de volgende elf jaar zonder parlement regeren. Nog hetzelfde jaar sloot hij vrede met Frankrijk en twee jaar later ook met Spanje.