Flavius Julius Valens: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 40:
==Opstand van Procopius==
Valens erfde het oostelijk deel van een Romeins rijk dat zich onlangs had moeten terugtrekken uit de meeste van haar provincies in [[Mesopotamië]] en [[Koninkrijk Armenië|Armenië]]. Dit als gevolg van een als smadelijk ervaren verdrag dat zijn voorganger [[Jovianus]] in ruil voor een veilige terugkeer van zijn leger had moeten sluiten met [[Shapur II]] van de [[Sassaniden|Sassanidische Rijk]]. Na de winter van 365 was de eerste prioriteit van Valens om naar het oosten af te reizen in de hoop daar de situatie onder controle te krijgen en de oostelijke rijksgrens veilig te stellen. In de herfst van 365 had hij de [[Cappadocië|
Na ternauwernood aan arrestatie ontkomen te zijn, dook hij onder. Hij kwam weer boven water in Constantinopel, waar hij op 28 september 365 in staat bleek om twee militaire eenheden op doortocht door de hoofdstad te overtuigen om hem tot keizer uit te roepen. Hoewel de eerste reactie in de stad lauw lijkt te zijn geweest, steeg Procopius snel in de gunst door effectief gebruik te maken van propaganda: hij sloot de stad af van rapporten uit de buitenwereld en verspreidde het gerucht dat keizer Valentinianus zou zijn overleden; hij begon met het slaan van munten waarop hij zich liet voorstaan op zijn connecties met de [[Constantijnse dynastie]]; deze link buitte hij verder uit door het inzetten van de weduwe en de dochter van [[Constantius II]] als pronkstukken voor zijn regime. Hiermee boekte hij enig succes, met name onder soldaten die loyaal waren aan de Constantijnse dynastie en onder Oosterse intellectuelen die zich onder de Valentinianen al snel vervolgd begonnen te voelen.
Toen het nieuws kwam dat Procopius in opstand was gekomen hem bereikte, stortte Valens
Door het ontbreken van significant keizerlijk verzet in 365 kon Procopius grote stukken van het rijk onder zijn controle brengen. Aan het einde van jaar had hij de controle over de diocesen van [[Thracië]] en [[Asia (Romeinse provincie)|Asia]].
Pas in
Procopius had een bondgenootschap gesloten met de [[Goten]] en Valens was daar logischerwijs niet erg blij mee. Daarom trok hij in [[367]] de [[Donau]] over om de bewuste groep Goten, onder leiding van ''[[iudex]]'' [[Athanarik]] een lesje te leren. De Goten vluchtten echter de [[Karpaten]] in. Valens trok zich terug over de rivier waar hij zijn leger forten liet bouwen. Twee jaar later kwam hij weer terug en werden de Goten verslagen. Er werd meteen vrede gesloten. Valens probeerde de Goten te isoleren en verbood hen nog handel te drijven met Rome. Hij zou er echter de wrange vruchten van plukken, want de Goten waren een grote bron van soldaten voor het leger.
|