Ordonnantie (schilderkunst): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
lemma geschreven, afbeeldingen geplaatst en voorzien van referentie
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[File:Claude_Monet_002.jpg|miniatuur|[[Monet]] maat gebruik van ordonnantie om diepte te creëren. ]]
 
Het begrip '''Ordonnantie''' (Latijn ''ordinare'' = schikken) werd al in 1604 gebruikt door [[Carel van Mander]] in zijn [[Schilder-boeck]] waarin hij er over schrijft als "''geschickte gheregheltheyt''". Het heeft betrekking op de ordening en organisatie van de verschillende onderdelen in een [[schilderij]].<br />
 
Een [[Figuratieve kunst|(figuratief) schilderij]] is een [[Gezichtsbedrog|optische illusie]] van de werkelijke ([[Driedimensionaal|driedimensionale]]) ruimte in het platte vlak. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van ordonnantie, de onderlinge schikking van de diverse elementen (zoals bomen, huizen of meubels in bijvoorbeeld een landschap of interieur) met als doel om op het platte vlak de illusoire (denkbeeldige) ruimte tot uitdrukking te brengen. Deze schikking kan ''gradueel'' zijn (een trapsgewijze geleidelijke ordening van verschillende elementen), ''contrapuntisch'' (het rechtstreeks naast elkaar plaatsen van onderdelen dichtbij en onderdelen ver weg), of een mengvorm daarvan. <br />
 
Een veelgebruikte methode is het gedeeltelijk voor of achter elkaar plaatsen (overlappen) van de verschillende onderdelen dat soms doet denken aan de bij het [[Toneelstuk|toneel]] gebruikte [[coulissen]]. Door het zo accentueren van wat "voor" en wat "achter" is wordt de suggestie van ruimte en diepte gecreëerd.<ref>Visser, Ad de (1986), ''Hardop kijken'', (Nijmegen-Amsterdam, SUN, 1986, 2006), ISBN 90 6168 2517</ref> <br />
 
[[File:Claude_Monet_002.jpg|miniatuur|[[Monet]] maat gebruik van ordonnantie om diepte te creëren. ]]
Het begrip '''Ordonnantie''' (Latijn ''ordinare'' = schikken) werd al in 1604 gebruikt door [[Carel van Mander]] in zijn [[Schilder-boeck]] waarin hij er over schrijft als "''geschickte gheregheltheyt''". Het heeft betrekking op de ordening en organisatie van de verschillende onderdelen in een [[schilderij]].<br />
Een [[Figuratieve kunst|(figuratief) schilderij]] is een [[Gezichtsbedrog|optische illusie]] van de werkelijke ([[Driedimensionaal|driedimensionale]]) ruimte in het platte vlak. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van ordonnantie, de onderlinge schikking van de diverse elementen (zoals bomen, huizen of meubels in bijvoorbeeld een landschap of interieur) met als doel om op het platte vlak de illusoire (denkbeeldige) ruimte tot uitdrukking te brengen. Deze schikking kan ''gradueel'' zijn (een trapsgewijze geleidelijke ordening van verschillende elementen), ''contrapuntisch'' (het rechtstreeks naast elkaar plaatsen van onderdelen dichtbij en onderdelen ver weg), of een mengvorm daarvan. <br />
Een veelgebruikte methode is het gedeeltelijk voor of achter elkaar plaatsen (overlappen) van de verschillende onderdelen dat soms doet denken aan de bij het [[Toneelstuk|toneel]] gebruikte [[coulissen]]. Door het zo accentueren van wat "voor" en wat "achter" is wordt de suggestie van ruimte en diepte gecreëerd.<ref>Visser, Ad de (1986), ''Hardop kijken'', (Nijmegen-Amsterdam, SUN, 1986, 2006), ISBN 90 6168 2517</ref> <br />
Behalve van ordonnantie kan de kunstenaar ook gebruik maken van [[lijnperspectief]] (perspectivische verkorting), [[atmosferisch perspectief]] (voorgrond: warme en heldere kleuren, achtergrond: koelere kleuren), textuurperspectief (de voorgrond gedetailleerd, de achtergrond vager) en scherpteperspectief (contouren die verder weg zijn worden minder scherp afgebeeld) teneinde de gewenste dieptewerking in het schilderij te bereiken.