Adaptatie (biologie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
In de biologie zijn '''adaptaties''' of '''aanpassingen''' [[Genetica|erfelijke veranderingen]] in [[Morfologie (biologie)|morfologische structuren]] of [[Ethologie|gedrag]] van individuen binnen een [[populatie]], die deze [[organisme]]n beter in staat stellen te overleven en voor nageslacht te zorgen. De vorming van adaptaties is onderdeel van [[evolutie (biologie)|evolutie]]. Door de continue vorming van kleine willekeurige veranderingen in eigenschappen ([[Mutatie (biologie)|mutaties]]) ontstaan van generatie op generatie [[natuurlijke variatie|verschillen]] tussen individuen van dezelfde [[soort]]. Door [[natuurlijke selectie]] zullen de varianten die beter in staat zijn te overleven en voor nageslacht te zorgen een steeds groter deel van de [[Populatie (biologie)|populatie]] uit gaan maken.<ref>Orr (2005)</ref>
 
Een adaptatie kan zowel de ontwikkeling van een nieuwe eigenschap als het verlies van een oude zijn. In de evolutie van [[een dier (in dit geval de walvissen]]) uit ophet water of het land levende voorouders is bijvoorbeeld het verlies van poten een adaptatie, dit bood voordeel omdat poten in het water slechts tot last zijn. Soms zijn van weggeëvolueerde eigenschappen nog wel sporen te vinden, zoals de [[stuit|staartwervels]] bij de [[mens]] of bij walvissen kleine botjes op de plek waar voorouders poten hadden. Wanneer zulke overblijfsels geen [[Functie (biologie)|functie]] meer hebben worden ze [[rudimentair (anatomie)|rudimentaire structuren]] genoemd.<ref>Fong ''et al.'' (1995)</ref>
 
Adaptaties komen in de vorm van geleidelijke verandering van bestaande structuren. Soms zijn nieuwe eigenschappen geen gewone adaptaties maar het gevolg van een verandering in functie van een bepaalde structuur of een bepaald [[orgaan]]. Dit worden [[exaptatie]]s genoemd. Structuren met vergelijkbare opbouw kunnen in verwante organismes daarom verschillende functies hebben, als gevolg van verschillende adaptaties van een bepaalde structuur in een [[Recentste gemeenschappelijke voorouder|gemeenschappelijke voorouder]]. Een voorbeeld daarvan is de vleugel van vogels en de hand van [[primaten]] die geen van beiden meer de oorspronkelijke, ondersteunende, functie hebben.