Afrikakorps: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Arend Smilde (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 46:
De Duitse troepen waren echter compleet uitgeput en de vitale aanvoerlijnen vanuit Italië waren extreem lang geworden; vooral op de Middellandse Zee waren die kwetsbaar voor aanvallen van de Britse marine en voor luchtaanvallen vanaf [[Malta (eiland)|Malta]]. Bovendien was al in juni 1941 het voor de Duitsers veel belangrijkere [[Oostfront (Tweede Wereldoorlog)|oostfront]] geopend tegen de Sovjet-Unie, waarmee de woestijnoorlog tot een zijtoneel werd gedegradeerd.
Toch lanceerden de Duitsers op 1 juli 1942 de [[eerste slag om El Alamein]], maar die werd afgeslagen; ze werden in het defensief gedrongen door de alsmaar sterker wordende Britten onder leiding van [[Claude Auchinleck|generaal Auchinleck]]. [[Bernard Montgomery]] nam vervolgens het bevel over het Britse Achtste Leger over. Na een mislukt laatste offensief richting Suezkanaal in de eerste week van september in de [[Slag om Alam el Halfa]] ging Rommel op ziekteverlof naar Duitsland. Hij kwam pas in oktober terug terug toen Montgomery een offensief begon, dat de geschiedenis zou ingaan als de [[tweede slag om El Alamein]]. Dit leidde ertoe dat de Duitse linies begin november werden doorbroken. Het Afrikakorps had toen alleen al vanwege ernstig brandstoftekort geen keuze dan zich alsmaar verder terug te trekken en tot overmaat van ramp landden er op [[8 november]] [[1942]] geallieerde troepen in Noordwest-Afrika (‘[[Operatie Toorts]]’). Op 22 november keerden ook de in Noord-Afrika aanwezige troepen van [[Vichy-Frankrijk]] zich, na aanvankelijk verzet tegen de Geallieerde landing op 8 november, formeel tegen de Duitsers en de Italianen. Op [[19 februari]] [[1943]] lanceerde Rommel zijn laatste offensief in Noord-Afrika. Het was de eerste directe confrontatie in deze oorlog tussen Duitse en Amerikaanse grondtroepen en die liep heel slecht voor de Amerikanen af. De volgende dag wist hij de [[Slag om Kasserinepas|Kasserine-pas ten zuiden van Tunis te heroveren]]. De Amerikanen leerden echter van hun fouten en majoor-generaal [[George Patton]], een expert in pantsertactiek, nam het bevel over.
De Duitsers bleven niet lang in het bezit van de pas; daarna werd het Afrikakorps steeds verder teruggedreven, totdat het in Tunis capituleerde op [[13 mei]] [[1943]]. De ongeveer 230.000 resterende Duitse en Italiaanse manschappen gaven zich tijdens de laatste dagen over aan de [[Geallieerden (Tweede Wereldoorlog)|geallieerden]]. [[Veldmaarschalk]] [[Erwin Rommel]] was toen al door Hitler teruggeroepen naar [[Duitsland]] om diens reputatie te sparen. Duitse krijgsgevangenkrijgsgevangenen die naar de VS werden afgevoerd, hebben nog al eens naar Rommel geschreven om hem op de hoogte te houden van hun situatie.
 
Het Afrikakorps is, dankzij de persoonlijkheid van Rommel, het ontbreken van rassenkwesties en het geringe aantal burgerslachtoffers (de veldslagen werden uitgevochten in zo goed als onbewoonde gebieden), nooit beschuldigd van oorlogsmisdaden.