Elektrodeloze lamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 13:
 
== Fluorescentie-inductielamp ==
[[Bestand:QL system components.jpgsvg|{{largethumb}}|Philips QL-inductieverlichtingssysteem met<br />A gasontladingsruimte, gevuld met een of meer van de [[edelgas]]sen [[argon]], [[Krypton (element)|krypton]] en [[Neon (element)|neon]] en [[kwik]]damp<br />B buis met power coupler<br />C Elektronisch voorschakelapparaat]]
[[Bestand:Internal Inductor-type Induction Lamp.svg|{{largethumb}}|Doorsnede inductielamp met interne soel, ald bij QL toegepast]]
Afgezien van de manier om vermogen aan de [[kwik]]damp in de ontladingsruimte toe te voeren, zijn deze lampen in werking vrijwel gelijk aan gewone [[fluorescentielamp]]en (TL buizen). De kwikdamp wordt elektrisch [[Aangeslagen elektron|aangeslagen]], waarbij [[elektron]]en in een hogere energiebaan worden gebracht, bij het terugvallen naar de oorspronkelijke baan geven ze [[ultraviolet]]te (uv) straling af. De ultraviolette straling wordt door de fluorescerende laag die op de binnenzijde van de glazen ballon, die de ontladingsruimte vormt, omgezet in zichtbaar licht. De meest gangbare uitvoeringsvorm bestaat uit een ballonvormige ontladingsruimte (A) van glas, met dezelfde vorm als een gloeilamp, waarin een glazen buis (B) van achter de ballon in steekt. In deze buis wordt een [[Antenne (straling)|antenne]], aangeduid als power coupler, aangebracht. Dit is een [[spoel]] met een buisvormige [[ferriet (magneet)|ferrietstaafkern]] waarop een geïsoleerde draad is gewikkeld.